Veertig jaar geleden werd op de toenmalige BRT de eerste aflevering uitgezonden van de Franse animatiereeks “Er was eens…”. Deze reeks was in Frankrijk zelf al ten einde (26 épisodes de 26 minutes chacun, diffusée initialement du 30 septembre 1978 au 14 avril 1979 sur FR3), maar zou nog een aantal keren worden hernomen, telkens met een andere invalshoek. Daarom kreeg deze eerste reeks achteraf de titel “Il était une fois l’homme” om ze te onderscheiden van “Il était une fois la vie” of “Il était une fois l’espace”. Telkens gaat het over dessins animés, créés par le réalisateur, auteur, scénariste et producteur Albert Barillé (1920-2009) pour les studios français Procidis. Cette série de vulgarisation scientifique et historique retrace l’histoire de l’humanité, du Big Bang jusqu’à la futurologie, toujours avec les mêmes personnages à travers le temps.

Wie heeft er de kleine bugel gezien
Wie heeft er de grote bugel gezien
En wie
Gaston met zijnen basson
Marie-Katelijne Eva-Katrien

(vrij naar Paul Van Ostaijen)
De kleine bugel heb ik gezien. De grote ook. En Gaston, maar dan zonder basson. Maar ik heb vooral die familie gezien. Vader, moeder, schoonvader, schoonmoeder, groot kind, klein kind. Andere variaties mogelijk. (*)
Prostitutie! Prostitutie is het, zich zo te kijk zetten voor hoeveel honderd duizenden mensen. Dat de mensen alles zouden doen om toch maar op televisie te komen, wisten we reeds: moord, van huis weglopen, gijzeling, wuiven tijdens Dolle Dinsdag, renners duwen op de Koppenberg… Maar dit.. Hoe is het in godsnaam mogelijk dat die familie uit Beveren (allicht) op die manier wenste in beeld te worden gebracht tijdens Sporttribune? Vloeken, schelden, roepen, tieren… Is that all there is?
En dan Krankl (de « rotzak », de « smeerlap » zelf dus) die verklaart dat een voetbal toch niet het middelpunt van de wereld is (en Knetemann die hetzelfde zegt over het fietsje in Humo, want die tegenaanval wil ik reeds pareren). Inderdaad, en dan nog. De emoties die ik persoonlijk voelde toen Beveren die allesvernietigende strafschop tegen kreeg, waren misschien even diep en oprecht als van die « supporters ». Of misschien dieper want ik heb steeds het gevoel dat al dat getier juist moet verbergen dat men geen diepgang heeft, dat het even oppervlakkig is als het boe-geroep van Statler en Waldorf.
En dan dat voyeuristische, geile oog van de camera. Arme, arme Daniël Mortier: als je dan al vindt dat dit representatief is voor « Ons Vlaamsche Volk », waarover men zo graag in hoofdletters spreekt, waarom ons dan zo te kakken zetten voor heel West-Europa?
Over kakken gesproken. Tijdens het weekend ben ik gaan kijken naar twee nieuwe showsterren aan het firmament: Marie-Katelijne en Eva-Katrien. Nou, dat was geen kouwe kak. En als hun sterren werkelijk zullen beginnen schitteren, dan zullen ze op de televisie naar de aanbevelenswaardige nieuwe tekenfilmreeks kunnen kijken, « Er was eens… » Ondertussen kan papa Gaston misschien reeds kijken, want ook de volwassenen kunnen er nog wat van opsteken.
Sommige mensen hebben op de Franse of de Nederlandse televisie wellicht reeds kennisgemaakt met deze reeks van de Fransman Albert Barillé. Ze werd gerealiseerd met medewerking van 26 TV-zenders van over de hele wereld en van zowat 300 tekenaars van verschillende nationaliteit. Daarom is het bijna symbolisch dat de eerste aflevering ervan plaats heeft op dinsdag 8 mei 1979 om 18.30u (let op: de tweede is reeds vrijdag op hetzelfde uur!). Inderdaad, de geschiedenis van de mensheid naar kinderen toe vertaald, moet wel bijdragen tot een betere verstandhouding tussen alle volkeren, zeker wanneer zij allemaal hun standpunt hebben kunnen weergeven (enfin, dat hopen we toch).
Het sympathieke van de reeks is dat een doorsnee-familie steeds terugkomt en daarbij ook nog een aantal andere vaste personages. De familie bestaat uit Pieter (de vader), Pimpernel (de moeder), Pietertje (het zoontje) en Kleine Pimpernel (het dochtertje). Een Modelgezin dus, zo overgestapt uit de reclame voor waspoeders of ijskasten, maar juist dat « model staan » is hier belangrijk, het was immers niet de bedoeling de geschiedenis van de marginalen te schrijven. Indien de homo’s, de lesbiennes, de pederasten, de grote gezinnen enz. als protest ook hun eigen tekenfilmreeks gaan produceren, zal ik daar zeker met belangstelling naar kijken, maar in de opvatting van Barillé vallen zij nu eenmaal moeilijk in te passen. Een paar miljoen jaren geschiedenis synthetiseren tot zesentwintig maal vijfentwintig minuten liet dat immers niet toe.
De andere personages zijn de Dikke (Jan Spier, Jerommeke, Omnis pinguis bonus, Sterk maar Braaf, enz.), Maestro (prof. Barabas, prof. Zonnebloem), de Naarling en de Dwerg (zijn boze geest). De goeden en de slechten dus. Of het eeuwige conflict tussen alle mensen en binnen elke mens. De laatste aflevering is een blik in de toekomst: dat de goede (en het goede) moge zegevieren!

Jan Segers

(*) Zelfs met de verzen van Paul van Ostayen erbij een “redelijk” duistere inleiding. Het stuk is echter geschreven tegelijk met de geboorte van de twee dochtertjes van hoofdredacteur Wouter Vloebergh.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.