Over hoogtijdagen als kerst en nieuwjaar sprak ik al maar Pasen liet ik nog onvermeld. Nochtans, ik kan u bezweren – onder ede desnoods – dat ik ooit uit het venster van mijn kinderkamer, boven de bomen, terwijl het klokgeluid naar hartenlust boven de stad beierde, ik een tiental klokken majestueus zag overvliegen. Blikkerend in het aprilse zonlicht! Prachtig.

Hoe dan ook, in de tuin of in huis, naar gelang van de weersomstandigheden wachtten de chocolade eieren. Helaas heb ik hieruit geen lering getrokken want toen we voor de kleinkinderen hetzelfde deden hadden we te driest de kracht van de zon onderschat: een soort kleverige chocomousse was het resultaat, alleen nogal onsmakelijk qua uitzicht. Op tafel vond ik ook steevast uitgeblazen echte exemplaren, beschilderd tot rare mannetjes, voorzien van baard en haartooi bestaand uit watten; de vrucht van enige uren huisvlijt wellicht. Een tastbaar geschenk hing er aan dat feest ook altijd vast, naar traditie en gezien het seizoen en nakend beter weer iets om buiten te spelen. Ik herinner mij levendig een knalrode gummi voetbal, ik die niks met voetballen had… Maar wat werkelijk in mijn geheugen gegrift staat: een, in mijn kinderogen, reuzegrote chocolade klok, vervaardigd door mijn broer. Tja, hij was veel ouder dan ik zodat hij reeds voor banketbakker-chocolatier studeerde toen ik nog in allerlei geloofde. En die klok was een opdracht, en dus meegebracht voor jonge broer. Niet dat we verder zoveel aan elkaar hadden, het leeftijdsverschil was te groot, en onze karakters te verschillend: hij sociaal en open, ik gesloten. Hij was een echte scout. Terwijl ik…
Ooit kwamen twee leiders van de scouts mij overhalen om toe te treden tot de welpjes. Sidderend en bevend kroop ik weg achter de zetel. Definitief einde van mijn scoutsavontuur, een tweede poging kwam er niet. Enkele tientallen jaren later zou ik wel nog met de scouts te maken krijgen toen ze in onze stad hun zoveelste jubileum heel plechtig vierden en ik voor het lokale weekblad een grote reportage, uitgesmeerd over twee pagina’s diende te schrijven, historiek, activiteiten, festiviteiten… Een week na de publicatie verscheen een boze brief van de hoofdleidster, ik had de scouts belachelijk gemaakt! Nu ja, soms schreef ik wel licht ironisch. Gelukkig daagde even later de volledige leiding op om zich te verontschuldigen voor de brief, kort lontje en zo. Ja de scouts… Zwijg mij van hen. En nu: zes kleinkinderen, en waarheen huppelen ze ieder weekend blijgezind? Juist, de scouts! Grrr!
Over de artistieke talenten van de familie moet ik het nog hebben. De neef die onze woning verrijkte met beelden uit Zwitserland en de Middellandse Zee vermeldde ik vroeger reeds. Tenslotte maakte hij er zijn beroep van, hij liet alles achter en vertrok naar het zuiden van Frankrijk om daar te gaan schilderen en, afgezien van wat hij voor zichzelf konterfeitte, geld te verdienen met werkjes voor de toeristen, zeezichten. Ooit heb ik hem toevallig nog ontmoet in het station van Gent toen hij voor een dag naar België kwam i.v.m. een begrafenis. Van de ganse burgerkliek-familie had hij definitief afstand genomen, ik bleek voldoende eenzaat en genoeg hippie om genade te vinden in zijn ogen.
Een oom schilderde ook niet onverdienstelijk, realistische dingetjes. Van hem hangt nog een werk met katten in hier in de living, natuurgetrouw – tot vreugde van de kleinkinderen bij de eerste aanblik. Het zat in de genen van mijn moeders familie. En wellicht heeft mijn zoon het nu geërfd. Met enkele trekken weet die een tekening neer te zetten en er als het ware een persoonlijke cartoon van te maken. Die langzaam uitgroeit tot een familiedagboek. Aan mij is die tekengave voorbij gegaan. Getuige hiervan het feit dat ik er op school niks van bakte in de tekenlessen en wanhopig werd bij thuisopdrachten. En toen schoot één keer mijn broer ter hulp. Want ook hij was zo’n schilderwonder. Hij had bijvoorbeeld de muren van mijn kinderkamer, toen we in het nieuwe eigen huis gingen wonen, versierd: Sneeuwwitje en de zeven dwergen, schitterend, niet te onderscheiden van de figuren zoals ze voorkwamen in de film. En zo zat ik op een avond te treuren over een tekenblad tot hij het uit mijn handen griste, borstel en plakkaatverf nam, een landschap met hoeve schilderde met dikke klodders verf; het blad stond stijf en er zat reliëf in! Ja de tekenleraar, een artistiek zachtmoedig type, zou dadelijk zien dat dit niet van mijn hand was natuurlijk. Wat betekent dat in zo’n geval? Een nul? Nee mijnheer. Een tien, en proficiat! Nee dat hij er in getrapt was kon ik niet geloven; dat hij het spel wou meespelen op ironische en milde wijze, dat wel…
Over Pasen begon ik, evenwel mag ik ook andere hoogtijdagen niet vergeten. Als daar is o.m. Sinterklaas. De patroonheilige van mijn stede die reuzegroot voor het stadhuis te kijk staat, inclusief de drie gekuipte kindjes die hij legendarisch redde. De brave heilige man bracht mij steevast een karrenvracht snoep en speelgoed. Meermaals kroop ik op zijn schoot bij de feesten georganiseerd door de RTT, de werkgever van mijn ouders, in de onschuldige wetenschap dat onder die rode tabberd, mijter en witte baard mijn vader schuilging.
De ontluistering was een bizar verhaal. Ik was behoorlijk ziek en moest wekenlang in een verwarmde kamer doorbrengen; dus werd mijn bedje verplaatst naar beneden in wat ‘de voorkamer’ genoemd werd. En ja daar zou de Sint dan ook in de nacht zijn waren moeten uitstallen, in de grootste stilte. Naar traditie werd klaargelegd: een wortel voor het paard, en voor de heilige een tekening (nu ja, mijn gekriebel) en een glaasje jenever. Verdorie, werd ik op het cruciale ogenblik toch wel wakker: de tafel stond vol, een pluchen beer prijkte achteraan mijn bed, en… mijn vader kapte net het glaasje jenever achterover. Exit geloof in de Sint.
En dan was er nog de Plechtige Communie. De ganse aanloop erheen was een complete nachtmerrie. We dienden die dekselse catechismus zo ongeveer compleet van voren naar achteren en vice versa te kunnen opzeggen. De leermeester was ene onderpastoor Buyck, ‘den buik’. Hoe die man kon brullen, roepen, tieren en klappen uitdelen… niet dat ik ooit persoonlijk het slachtoffer was, braaf en volgzaam jongetje toen nog, maar desondanks wist ik mij geterroriseerd. Vreselijk. Het bleek dat hij een maagkwaal had en voortdurend pijn leed, nu ja. Hij leeft nog steeds, dat moet wel al op ‘gezegende’ leeftijd zijn, voor zover er een zegen op hem rust, de mijne niet. En dan de dag zelf. Een foto, een staatsieportret is het in feite als getuige: met het missaal in mijn rechterhand geklemd, de linkerhand keurig tegen de broek, voor de monumentale poort van de Broederschool waar ik mijn laatste jaar doorbracht eer ik zou versluizen naar het Sint-Jozef-Klein-Seminarie, het ‘College’.
En tenslotte, na het hele gedoe waarvan ik mij gelukkig niks meer herinner (zalig toch die hiaten in het geheugen!) kwam het feest. Het was traditie bij de Boomse familie van vader om zo’n Communie heel plechtig te vieren, dat wil zeggen dat het een feestmaal werd net als bij een huwelijk, met alles er op en er aan: overvloedig eten, drank en dans na; ja de ruime feestzaal van tante Rosa stond toch ter beschikking. En alle tantes, nonkels, nichten en neven schoven mee aan, met dergelijke uitgebreide familie… een festijn. Evenwel, ik zou ik niet geweest zijn. Dus stelde ik mijn veto: niks daarvan, al die onzinnige drukte, een bescheiden feestje ja. Zodoende begaven de bewuste dag mijn meter/oma en uiteraard ook mijn opa, mijn peter/nonkel Jef met tante Wiske zich richting onze stad. Om in onze stulp heel wat beperkter te vieren. Zij brachten dan maar de verzamelde geschenken van de familie mee, overwegend pecuniae (een woord dat ik pas een jaar later in het college zou leren), geldelijk gewin dus. En in hun kielzog ook, verrassing: de alom geprezen kokkin, uitvindster van de beste kroketten ter wereld, Ferdine, die bij deze uit haar natuurlijke biotoop gesleurd werd om het feestmaal te bereiden. Mét kroketten. Zodoende werd het ondanks alles toch een geslaagde dag. En werd ik bijna volwassen. Bijna.

Johan de Belie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.