Het is vandaag al 315 jaar geleden dat de Franse componist Marc-Antoine Charpentier is overleden. Ik besteed nog vlug even aandacht aan hem omdat hij binnenkort voorgoed in de vergetelheid zal verdwijnen. Er is nochtans een moment geweest dat iedere Europeaan hem kende. Weliswaar niet zijn naam, dat is waar, maar wel de Prélude van zijn Te Deum in D groot voor solisten, koor en orkest, want die heeft sinds jaar en dag voor vele Europese televisiekijkers gefungeerd als herkenningsmelodie van Eurovisie-uitzendingen. Helaas hoor je dat nu nog weinig. Misschien nog eens met het Eurovisie Songfestival?
Marc-Antoine Charpentier (niet te verwarren met de veel jongere Franse operacomponist Gustave Charpentier) was een leerling van Giacomo Carissimi in Rome. Na zijn terugkeer in Parijs werd hij privé-componist voor Maria de Guise (tot haar dood in 1688) en componeerde later voor de Comédie Française, waar hij samenwerkte met Molière. De samenwerking met de toneelgroep ging nog geruime tijd door na Molières dood in 1673. Rond 1688 werd Charpentier componist voor de jezuïeten en in 1698 kapelmeester van de Sainte-Chapelle.
Naast twee opera’s en diverse werken voor toneel schreef Charpentier veel kerkmuziek, onder meer tien missen, een requiem en andere liturgische muziek met instrumentale begeleiding, variërend van enkele instrumenten tot volledig orkest. (Wikipedia)