Morgen zal het dertig jaar geleden zijn dat Jo Clauwaert De Rode Vaan heeft verlaten. Dat was dus een maand vóór mij en twee maanden vóór Jan Mestdagh. Wij waren de drie laatste overlevenden na het conflict tussen de partijleiding en de redactie.

Jo Clauwaert is grafisch ontwerper, maar maakte vooral carrière als persfotograaf. Zo was hij tien jaar mijn compagnon bij De Rode Vaan. We stonden al die jaren samen “op de marmer”, zoals de lay-out vroeger werd genoemd, in die tijden die voorafgingen aan de “compunter” (*) en volgden op het zetten in lood. Maar zijn hart lag vooral bij zijn “gitaarklopperkes” (*). Na de breuk met De Rode Vaan ging hij dan ook vooral aan de slag als free-lance fotograaf van rock-sterren.
Jo trouwde met Katrien Devos (de kotmadam) en raakte gefascineerd door de zee. Zo vaart hij de laatste jaren geregeld mee als matroos-fotograaf aan boord van Oostendse visserijschepen. Eerst keek ik een beetje vreemd op van deze nieuwe hobby van Jo, maar na enig nadenken zag ik toch een parallel met de reportages die hij in de tijd van De Rode Vaan met Jos Gavel maakte over de stakende mijnwerkers in Engeland. Jo neemt ons dan ook mee op zee tijdens deze tentoonstelling, die een ode wil zijn aan het leven, de vriendschap, de romantiek, de zee…
Dominique Dierick van De Gentenaar had een gesprek met Jo, waaruit deze fragmenten:
– De stap van de geborgen warmte van een concertzaal naar fotograaf ter woeste zee voor een tochtje van een paar weken lijkt ons geen evidentie. Of toch?
Jo Clauwaert:
‘Zoals iedereen ga ik natuurlijk geregeld al eens naar Oostende, een van de zeldzame écht Belgische steden, nostalgisch ook en een bron van inspiratie voor heel wat kunstenaars. De zaak ging wel pas aan het rollen via een boek van Johan Verminnen, De Laatste Boot. Ik kende Johan al jaren via mijn werk als fotograaf, en hij vroeg me of ik geen zin had om foto’s te maken voor de omslag. We zijn samen op zee geweest met vissersboot O.33, waaraan ik een goed contact met de kapitein overhield. Van het een kwam gewoon het ander. Het is nu dat je zoiets moet doen, over vijftien jaar zijn er misschien geen vissers meer aan onze kust – als het zolang duurt. Het is een harde, gevaarlijke stiel, en de vangstbeperkingen maken het er niet makkelijker op. Er gaat bijna geen dag voorbij of ze krijgen de Engelse of de Franse marine op controle aan boord.’
– Werd je vlot aanvaard op het schip? Tenslotte was je een beetje een indringer met camera in een besloten omgeving.
Jo Clauwaert:
‘Het is een voorrecht om mee te mogen als passagier en zeker als fotograaf. Aanpassen en gewoon een deel worden van het behang is de boodschap. Het loonde meer dan de moeite. Op zee snap je pas echt het belang van wisselend licht voor de fotografie. Ik hield er ook een blijvend en warm contact met de bemanning aan over, ik werd aanvaard. Die mannen zijn in tegenstelling tot wat velen denken ook geen grotere zuipers of hoerenlopers dan de eerste de beste bediende bij het ministerie van financiën, integendeel. Een schip is een bedrijf, groter en met een pak meer verantwoordelijkheid dan de gemiddelde middenstander. Zoiets moet draaien om te overleven. De bemanning kan je nog best vergelijken met een rock’n’rollgroep. Ze moeten perfect samenspelen, en er is er maar eentje de baas: in de muziek de zanger, hier de kapitein.’
– De foto’s van het afscheid van vrouw en kinderen, net voor de afvaart zijn frappant.
Jo Clauwaert:
‘Klopt. De zee blijft onvoorspelbaar, het afscheid is bij vissers altijd zeer intens. Het viel mij op hoe de bemanning steevast hun geliefden in het oog houdt tot ver buiten de havengeul, tot ze onherkenbaar zijn geworden. Zelfde scenario maar dan net omgekeerd bij de terugkomst: iedereen staat te wachten op de kade. Ook mijn vrouw. Dat zorgde voor een moment van wrevel. Iemand van de bemanning had Katrien herkend als de ‘kotmadam’. Ik had hen daar nooit iets over verteld en dat werd me even kwalijk genomen. Een paar handtekeningen van Katrien later was het bijgelegd. Ik kon ze overtuigen dat Katrien Katrien is, en Jo Jo, en dat ik werk en privé liefst gescheiden hou. Daar konden ze mee leven.’
– Krijgen we het geheel van de foto’s ook in Gent te zien?
Jo Clauwaert:
‘Misschien een deel ervan in Galerie Link, opnieuw samen met Brendan Croker, wie weet. Ik denk daarbij in het bijzonder aan de foto’s met de meeuwen of de beweging van de zee, waar wel een reeks inzit.’

Ronny De Schepper

(*) Zie bij het idiolect van Lode De Pooter.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.