Naar het schijnt heeft Eva Bal, leidster van het Speeltheater, liever dat men een productie regelrecht afkraakt of de hemel in schrijft, dan dat men ze omzichtig met een « ja, maar… » of een « nee, maar… » benadert. Indien dat zo is, dan kan ze nu alvast de tenen krullen, want deze recensie van haar jongste spruit, « De Boot », is er één van de laatste categorie.
Dit heeft natuurlijk te maken met het genre, musical voor en door kinderen, zelf. Meestal is dit dan een « ja, maar… » in die zin dat recensenten het gegeven wel pruimen, maar dat kinderen natuurlijk geen beroepsacteurs zijn, met alle gevolgen vandien. In het geval van « De Boot » is het echter net omgekeerd. « Nee, maar… » dus.
Eva Bal liet de kinderen vertrekken van het gegeven : ergens, op een verlaten strand ontmoeten de neven en de nichten van een familie elkaar voor een jaarlijkse reünie om de dood van hun oom Karel Karolus, een beroemde kapitein, te herdenken, wanneer plots een grote boot verschijnt…
Op zich lijkt dit gegeven wél aantrekkelijk, maar het blijkt toch te mager om er een hele musical rond te bouwen. Het was immers essentieel (aldus Bal) dat er met die boot zelf niets gebeurde. Het zijn dus de reacties van de kinderen op het strand die de inhoud bepalen. En niet alleen is dit, zoals gezegd, aan de erg magere kant, op de koop toe zijn de ideeën die dan wél naar voren komen niet erg gelukkig.
Akkoord, misschien is het doemdenken al tot bij hele jonge kinderen doorgedrongen, maar — ten eerste — moeten wij ze daartegen dan niet wapenen ? En ten tweede (en vooral) : zou het niet kunnen dat de oudsten onder hen (die stilaan reeds zestien jaar geworden zijn en in punkgroepjes rondhossen) hun visie opdringen aan de kleinsten ?
Voor wat mijzelf betreft is dit zelfs geen vraag, maar een zekerheid. De « maar » in « nee, maar… » staat immers voor het spel van die jongsten, die nog iets onbevangen hebben, iets fris, iets hoopvols. En voor de choreografie van Diane Baetens die in dezelfde richting gaat.
Wat natuurlijk ook weer niet wil zeggen dat wij terug willen naar de sprookjestoestanden die we enkele jaren geleden nog uitgekreten hebben. « Optimistische » stukken betekenen daarom nog niet « kritiekloze » stukken. Integendeel zelfs ! Uit een heleboel actuele wantoestanden kan men juist geestdriftige toekomstverwachting puren. Maar « De Boot » is teveel « no future » getint om het hoopgevende slot te verrechtvaardigen (uiteindelijk zwemmen de kinderen er tóch naartoe, men kan zelfs het witte van hun ondergoed symbolisch interpreteren voor mijn part).
Door teveel bij het inhoudelijke aspect te hebben stilgestaan kunnen we enkel in telegramstijl nog iets kwijt over de vorm. Over de fin de siècle-aankleding van Andreï lvaneanu b.v. of over het sobere maar mooie decor van Jacky Berwouts. zodat de belichting (Gregory Ball) een groter belang krijgt dan we gewend zijn; over de muziek van Johan van den Eede, die te weinig is geëvolueerd sinds hij bij het Speeltheater de dienst uitmaakt, en over de wel erg karige inbreng van beroepsacteurs Raymond Bossaerts en Mia Grijp. De prestatie van haar dochter Rebecca heeft op ons een grotere indruk nagelaten…
Referentie
R.D.S., « De Boot »: no future, De Rode Vaan nr.51 van 1983