Rik Van Looy krijgt op bovenstaande foto een kusje van mijn oudste zoon bij de start van Gent-Wevelgem, ergens midden de jaren zeventig. En zo’n kus verdient hij nu ook wel want mijn grote idool wordt vandaag 85 jaar. Zoals gewoonlijk inspireert zo’n verjaardag mij tot sombere beschouwingen over het voortschrijden van het bestaan, maar anderzijds heb ik toch ook wel een warm gevoel van binnen omdat Rik – ondanks het harde leven van de beroepswielrenner – in goede gezondheid tot zo’n hoge leeftijd is kunnen opklimmen…

43 Ronny Van Looy

Alhoewel Rik Van Looy zonder twijfel mijn grootste idool is uit mijn jeugd – groter dan b.v. Donovan of The Beatles om maar die te noemen – wil ik toch duidelijk stellen dat hij voor mij niet “mijn eerste natte droom” was, zoals hij dat voor Paul Codde wél was. Bij mij was dat Gigliola Cinquetti, als je het wil weten. Daarom is het eigenaardig dat ik later in mijn professionele carrière Rik nooit “echt” heb geïnterviewd, al heb ik dat met een tiental van zijn collega’s wél gedaan, om nog maar te zwijgen van de vele pop- en televisievedetten, hele en halve schrijvers, klassieke musici of toneelacteurs.

Het kan het Rod Stewart-syndroom geweest zijn (zie aldaar), maar meer nog was het wellicht om te vermijden dat hij wel eens de “verkeerde” antwoorden zou kunnen geven. Zoals zijn kleindochter Katrien, die in Humo zei dat ze op het Vlaams Blok stemde. Maar Rik zelf ook op die persconferentie die uiteindelijk zou uitmonden in het bouwen van de piste op de Blaarmeersen, een project waartegen Rik zich verzette met als argument dat Herentals veel meer in het centrum van Vlaanderen lag! Toen we toevallig samen moesten gaan plassen (Paul Codde zal nu wel groen worden van jaloezie), bleef hij daar maar over doorzeiken!

Eigenlijk was dat ook het geval met het telefoongesprek dat ik met hem had n.a.v. de dood van Joaquim Agostinho. Toen verzette hij zich b.v. tegen het dragen van de valhelm. Enfin, ik moet eerlijk zijn, dat telefonisch interview was eigenlijk naar aanleiding van de op til zijnde Ronde van Frankrijk (in 1984). Rik kwam toen pas terug uit China, waar hij het wielrennen was gaan promoten (men zou kunnen zeggen dat als er jaren later een Chinees bij Discovery Channel zou rijden dit door zijn toedoen is, ware het niet dat die jongen toen nog niet eens geboren was) en hij toonde zich weinig enthousiast voor het gespreksonderwerp. De Belgische wielersport zat toen immers in een diep dal.

“Voor het klassement zal het alleszins weer niks worden, hé. Maar anderzijds, voor ritoverwinningen en voor de groene trui beschikken we toch over een paar valabele kandidaten. Eric Vanderaerden en Eddy Planckaert op de eerste plaats.”

Wie komt er volgens u dan in aanmerking voor de eindzege?

“Hinault of Fignon zeker?”

Hinault ondanks alles?

“Luister, de Ronde van Frankrijk is toch iets speciaals voor hem, nietwaar, en hij heeft er dan ook zijn hele seizoen op afgestemd. In dat opzicht denk ik dat die nederlaag in de Dauphiné tegen de Colombiaan Martin Ramirez (wie herinnert zich dàt nog, zeg! RDS) hem nog goed heeft gedaan. Die rit waarin hij zolang alleen voorop heeft gereden zal wel een goede test geweest zijn. De recuperatie was nog niet zoals hij zou willen, maar ik denk toch dat hij gereed zal zijn.”

Via die Colombianen komen we ook bij de Belg terecht die misschien wel het meest voor een ereplaats in aanmerking komt, met name Claude Criquielion. Zijn team heeft op de valreep immers nog Paco Rodriguez en Pablo Wilches aangeworven (ook nog Freddy Maertens maar die blijft uiteindelijk wijselijk thuis) en Claudy vreest dat dit eerder nadelig voor hem zal uitvallen, enerzijds omdat die mannen zich weinig aan het ploegenspel gelegen laten en anderzijds omdat er in het peloton een coalitie zou zijn tégen de Colombianen…

“Maar het zijn nu profs, hé, dan ligt dat toch anders. Want daarnaast komt er nog een liefhebbersploeg, vergeet dat niet. Ik denk dan ook dat Criquielion daar alleen maar baat kan bij hebben als er een ontsnapping is in de bergen en die twee zijn bij hem. Zelfs als ze dan voor zichzelf zouden rijden, dan heeft hij er nog voordeel bij. Maar al bij al denk ik dat het een mooie Ronde zal worden. Vooral omdat Hinault niet meer zo domineert. Wat niet belet dat ze hem toch nog eerst ‘weg’ zullen moeten rijden, zeker weten!”

Laurent Fignon zou uiteindelijk zijn tweede eindzege behalen en Hinault was inderdaad zijn voornaamste tegenstander. De eerste Belg was Claude Criquielion op een negende plaats. Frank Hoste behaalde drie ritoverwinningen en hield er de groene trui aan over en daarnaast waren er nog twee ritzeges voor Eric Vanderaerden en eentje voor Ferdi Vandenhaute en Fons De Wolf. En toen spraken we dus van “een diep dal”! Vandaar dat het gesprek verder ging over het feit dat voetbal en tennis stilaan populairder zijn geworden als kijksport.

“Dat is toch een puur Belgisch verschijnsel, hoor, omdat we zo weinig op de voorgrond treden. Kijk maar naar Italië waar voor Moser honderdduizenden mensen op straat kwamen. Ik denk dat indien in deze Tour Hinault of Fignon een hoofdrol spelen, dat het in Frankrijk wel hetzelfde zal zijn.”

Voor één man hoeft het allemaal niet meer, al heeft Felix Lévitan zich voor één keer nog eens mens getoond door desondanks toch zijn onthoofde ploeg toe te laten, ik heb het dus over de overleden Joaquim Agostinho. Ik breng dit vooral ter sprake omdat Agostinho zich voor het eerst heeft laten opmerken in het wereldkampioenschap van 1968, gewonnen door Vittorio Adorni, na een lange vlucht waarin u ook betrokken waart…

“Een heel sterk renner was dat. Ik heb nadien ook nog de Ronde van Frankrijk met hem gereden en dat was echt een bonk van een kerel. Maar ja, hij kwam van Portugal, hé, een land waar de wielersport niet zo in aanzien staat, zodat hij weinig ondervinding had in wedstrijden.”

Met een valhelm op was het allemaal misschien niet zo erg geweest…

“Ach jong, een beetje geluk moet erbij zijn, anders mag je nog twee of drie valhelmen op hebben.”

Dus geen pleidooi voor het veralgemenen van het verplicht dragen ervan?

“Hebt ge dat al eens gedaan, 200 of 250 km gereden met zo’n helm in die warmte?”

En daar eindigde dus het gesprek. Misschien had Rik toen nog wel een punt, maar ondertussen staat vast dat de nieuwste modellen van helmen geen hinder meer opleveren bij warm weer.

Een ander telefonisch interview had ik met hem n.a.v. de Mundial in 1986. Dat lijkt eigenaardig maar dat was in het kader van een reportage onder de titel “De Rode Duivels gaan naar Mexico en heel België leeft met hen mee… of niet?” Het kwam er dus juist op aan mensen te vinden die niets met het voetbal te maken hadden en na te gaan in hoeverre zij door de Mundial-koorts waren aangestoken. Naast Van Looy stelde ik daarom die vraag ook aan Marleen De Vlaeminck (de toenmalige echtgenote van Roger), Zjef Vanuytsel, Miel Puttemans, Rita Boelaert, Miel Dullaert, John Massis, Walter van den Broeck en natuurlijk ook aan Nora Tilley, mijn Gigliola Cinquetti van dat moment zal ik maar zeggen.

Een steeds terugkerend element was het feit dat de vorige WK-campagne van de Rode Duivels in de soep was gedraaid door hun heimwee naar moeder de vrouw, zal ik maar zeggen. En Rik zei in verband hiermee het volgende: “Of je nu voetballer of wielrenner bent, het beroep brengt die lange uithuizigheid nu eenmaal met zich mee. Als je dus echt voor je beroep wil leven, moet je er dat maar bijnemen. Ikzelf heb daar alleszins nooit problemen mee gehad. Natuurlijk is er al eens een dag bij dat je loopt te balen, maar dat gebeurt thuis ook, hé!”

01 de sprint van ronse

MARILYN MONROE

Het gesprek dat me nog het dichtste bij de eigenlijke wielerprestaties van mijn vroegere idool heeft gebracht, was dus niet met hemzelf, maar wel met zijn vrouw Nini, en dat bij het verschijnen van het boek “Zonde van Nini” van Stef Vancaenegem. Eigenlijk is dit immers een “coming of age”-story, waarin Nini voor Dees (het alterego van de auteur, die als vakantiejob frisco’s verkocht op het WK in Ronse) de Gigliola Cinquetti uit zijn dromen is (het lijkt wel of er een eeuwigheid tussen die twee feiten ligt en in werkelijkheid is het nog geen volledig jaar: het wereldkampioenschap in Ronse werd eind augustus 1963 verreden, terwijl het songfestival waarop “Non ho l’eta” zou zegevieren in mei 1964 viel.)

Dat de frisco’s die Dees moest verkopen in zijn hand smolten had uiteraard te maken met het feit dat Nini hem aan Marilyn Monroe deed denken (p.59).

“Niemand heeft die vergelijking tot nu toe gemaakt,” liegt Nini koket in 1987 (echter alweer aan de telefoon, op De Rode Vaan hadden wij toen een wekelijkse rubriek die toepasselijk “aan het lijntje” heette). “Ik wilde helemaal niet op Marilyn lijken, ik wilde gewoon mezelf zijn. Ik herinner me ook niet of ik toen een frisco heb gekocht, maar het is twijfelachtig, want ik heb daar inderdaad een hele dag in dat rotslechte weer aan de aankomst gezeten en dan is het laatste waar ge aan denkt wel een frisco!”

En er viel ook niets te vieren!

“Die nederlaag is inderdaad hard aangekomen. Als ik zag dat het volledige peloton naar de meet kwam, twijfelde ik er immers geen ogenblik aan dat Rik de sprint zou winnen.”

Als u Benoni Beheyt tegenkomt, gaat er dan nog iets in u om?

“Dat kan ik niet ontkennen. Dat geraakt gewoon niet uitgewist… Maar veel heb ik hem niet gezien, hoor.”

Rik zelf zegt nu wel al eens: als ikzelf een jong renner zou zijn geweest, dan zou ik het ook gedaan hebben.

“Nu heeft hij makkelijk praten natuurlijk, ’t is allemaal al wat verbleekt. Maar in die tijd heeft hij daar toch maandenlang van afgezien. Hij verweet zichzelf vooral dat hij teveel vertrouwen had gehad in de ploeg.”

In die tijd stond u (mits enige overdrijving) haast evenveel in de krant als Rik. Dat is iets wat men nu haast niet meer ziet.

“Ik denk dat dit te maken had met de manier waarop bij ons thuis de journalisten werden ontvangen telkens Rik een koers gewonnen had of zo. Dat zie je nu niet meer, geloof ik. Toen ging het er veel familialer aan toe, nu is men meer afstandelijk. Interviews gebeuren nu per telefoon bijvoorbeeld…”

Nog een geluk dat u mij nu niet kan zien blozen. Niet alleen journalisten werden door u goed ontvangen, de legende verhaalt ook dat zelfs een doodgewone supporter nooit tevergeefs heeft aangebeld…

“Dat is geen legende, dat is de waarheid. Wij hebben steeds tijd gemaakt voor de supporters. Er is er nog nooit één te veel geweest. Zelfs nu nog altijd. Er zijn er zopas een paar de deur uit die met de fiets van Blankenberge waren gekomen. Dagelijks krijgen we trouwens ook nog een pak brieven en telefoontjes!”

09 Rik Van Looy

DE G.B.C.-HISTORIE (door Jan De Smet)

Rik Van Looy, ook de keizer van Herentals genoemd, won 493 wedstrijden, ondanks het feit dat hij in de begindagen van zijn carrière moest afrekenen met Rik Van Steenbergen, terwijl hij in de nadagen de strijd moest aangaan met een ander Belgisch wielerfenomeen, Eddy Merckx. In 1965 reden ze zelfs een jaartje alle drie in dezelfde ploeg. Dat was in de Solo-ploeg, toen Van Looy al gebroken had met zijn ontdekker Lomme Driessens. Toen Van Looy van manager verwisselde (Jean Van Buggenhout i.p.v. Fons Versnick) en zo in het kamp van Van Steenbergen terechtkwam, bleef Driessens bij Versnick.

Rik zelf was gedebuteerd bij Touring, een soort “satellietploeg” van Bianchi, de ploeg van Lommes vorige poulain Fausto Coppi, waarbij de Nederlander Wim van Est kopman was. Daarna startte Driessens de beroemde rode garde op rond Rik Van Looy. Wim van Est mocht wel mee overkomen naar Faema, maar moest zijn kansen opofferen voor de nieuwe Mooie Jonge God (*). Met Van Looy heeft Driessens tien jaar samengewerkt en dat is de langste periode geweest van alle toprenners die hij onder zijn hoede heeft gehad. Ook Van Looy zou in een interview met Pierre Mertens (**) gezegd hebben dat hij pas echt renner is geworden, toen Driessens besloot een ploeg rond hem te bouwen.

Op het einde van 1962 werd verondersteld dat Faema niet langer het Van Looy team Flandria Faema zou sponsoren. Flandria was op zoek naar een andere co sponsor waarbij Peugeot (de wagens) even werd vernoemd.

Van Looy zelf kwam in conflict met zijn werkgever Flandria door te verklaren dat gezien de Tour de France duidelijk uitgestippeld werd om Anquetil te plezieren, hij in geen geval zou deelnemen. Een merkwaardige uitspraak aangezien Van Looy eigenlijk goed bevriend was met Anquetil en hij ondertussen toch ook wel moet geweten hebben dat hij nooit de Ronde van Frankrijk zou kunnen winnen, hoe men ze ook zou uittekenen. Bovendien was een constructie “pro Anquetil” ook in zijn voordeel, want die was dan vooral gericht tégen klimmers à la Bahamontes. De lange tijdritten waren ook wel geen spek voor de bek van Van Looy, maar kom.

Hoe dan ook, Flandria vond dit geen ideale uitspraak om een nieuwe co sponsor te overtuigen om in de wielersport te stappen. Toen reeds was Tourdeelname blijkbaar een belangrijk argument om sponsors te strikken. Van Looy zat ook nog met het probleem dat een aantal renners een persoonlijk contract hadden bij hem, zoals Martin Van Geneugden en Roger Baens.

Gezien zowel Flandria als Rik zelf bij hun standpunt bleven, startte Van Looy het seizoen 1963 zonder een sponsor. Hij reed bijvoorbeeld de Ronde van Sardinië met enkele vrienden teamgenoten in een gewone rood wit rode shirt zonder publiciteit. Uiteindelijk kwam Van Looy met G.B.C. als nieuwe sponsor opzetten, maar Flandria vond dat Van Looy niet gemachtigd was om onderhandelingen te voeren en dat hij contractbreuk pleegde.

In het begin van het Belgische seizoen startte Van Looy met zijn ploeggenoten in nieuwe truien met G.B.C. erop en een verwijderbare tekst “Flandria” voor het geval er toch een overeenkomst met Flandria mocht komen. Die kwam er echter niet en het Flandria stuk werd verwijderd. Dit leverde een eerste trui op van G.B.C. nl. donkerblauw met witte G.B.C. letters.

Op dat ogenblik zijn er drie ploegen die een rol spelen in dit stuk nl. G.B.C. met Van Looy, Flandria met o.a. Planckaert, Foré en Desmet en Faema met enkel Spaanse renners zoals Suarez, Soler, Jiminez en de beide Gomez del Moral’s. Het Flandria shirt was hetzelfde als dit van de seizoenen 1960 en 1961 nl. wit met een horizontale groene en rode band maar met enkel “Flandria” als tekst. Het Faema shirt was de klassieke rood wit rode trui.

Vrij vroeg in het seizoen smolten Flandria en Faema weer samen tot Faema Flandria met de gekende rood-wit-rode trui alhoewel er in de Spaanse wedstrijden meestal enkel Faema op de truien stond.

Op dat ogenblik had Van Looy zelf maar een zeer kleine ploeg. Naast Van Looy zelf waren er Schroeders, Sorgeloos, Van Tongerloo, Baens, Van Geneugden, Ludo Janssens, Aerenhouts, Jan Lauwers, Zilverberg en Nijdam. Er reden ook enkele onafhankelijken bij zijn team zoals o.a. het opkomende talent Ward Sels. Hij had geen officiële fietsenconstructeur als sponsor en deze situatie bleek in mei niet meer houdbaar. In mei smolt het team dan samen met Libertas met o.a. Derboven, Hellemans en Oswald De Clercq.

Bij de fusie kreeg het team de toelating om de Bianchi kleuren (hemelsblauw wit hemelsblauw) te gebruiken.

Dat jaar won Van Looy geen enkele klassieker, hij brak zijn sleutelbeen en miste daardoor de Vuelta. Hij moest de Giro verlaten omdat hij een schorsing riskeerde en moest smeken om aan de Tour te mogen deelnemen (de inschrijvingen waren afgesloten en de organisatoren waren zijn eerdere uitspraken niet vergeten).

Wat die mogelijke schorsing in de Giro betreft, hiervoor dient men te weten dat het Italiaanse kampioenschap in de loop der jaren volgens variable formules werd georganiseerd. In 1963 waren ze weer teruggevallen op een systeem met een puntenklassement over meerdere proeven, dat jaar drie. In de tweede proef is het uit de hand gelopen, waarom heeft nu niet zoveel belang, in ieder geval is ofwel de wedstrijd niet in rekening genomen voor het klassement ofwel is enkel Marino Fontona uit de uitslag geschrapt.

Op dat moment is er een conflict ontstaan tussen de Italiaanse Wielerbond en de Italiaanse vereniging van beroepsrenners. Deze laatste vereniging aanvaarde de voorgaande beslissing niet en maakte een alternatief klassement, rekening houdend met de (volledige) uitslag van de tweede proef. Bijgevolg waren er dus twee resultaten en twee kampioenen. Voor de wielerbond was dat Bruno Mealli en voor de beroepsvereniging Marino Fontana.

Grote heibel dus, die op de spits gedreven werd tijden de Giro 1963, die dat jaar begon na het einde van de drie kampioenschapsproeven en dus de beide nieuwe kampioenen aan de start had. Volgens waarnemers keek de beroepsvereniging, die in die periode in Italië zeer machtig was, eigenlijk machtiger dan de wielerbond, reeds lang naar een krachtmeting uit.

De wielerbond nam de uitdaging aan en aanzag dit alles als een zware inbreuk op de (internationale) reglementen, zodat de internationale koerscommissarissen zich ook terugtrokken en de wedstrijd eigenlijk “illegaal”, want buiten de reglementen, georganiseerd werd. Er werd ook duchtig met schorsingen gedreigd, vandaar dat de G.B.C.-ploeg van Rik Van Looy zich al na de eerste rit terugtrok. Uiteindelijk heeft de beroepsvereniging moeten inbinden: Mealli werd erkend als de enige echte kampioen en was als dusdanig gerechtigd de bijhorende trui te dragen. San Pellegrino, de sponsor van Fontana, trok zich op staande voet uit de wielersponsoring terug. De renners van de ploeg kregen de keus of ze “ongesponsord” de Giro wilden verder rijden. Ze hebben dat dan ook gedaan in een volledig zwarte trui met enkel de inscriptie “Sport” (de oorspronkelijke naam van de ploeg was San Pellegrino Sport). Na de Giro werd de ploeg overgenomen door Firte. De grote verliezer was uiteindelijk de beroepsfederatie, die de volgende jaren al zijn invloed grotendeels kwijt was.

G.B.C. was niet opgezet met het verlaten van de Giro en stopte de betalingen. De renners zouden uiteindelijk enkel betaald worden voor de deelname aan Milaan San Remo, de superkorte Giro en de Ronde van Lombardije. Het gevolg was dat Van Looy het prijzengeld van de Tour moest gebruiken om zijn ploeggenoten te betalen. Sommigen zoals Aerenhouts en Janssens hadden meer inkomsten verwacht en maakten er zelfs een (weliswaar onsuccesvolle) rechtszaak van.

Toch werd op het einde van dat jaar Rik toch nog bijna wereldkampioen in Ronse, zoals hierboven vermeld. Dat Gilbert Desmet met Beheyt “in de slag was” is nu vrijwel algemeen geweten, maar ook dat Van Looy eerder door zichzelf is geklopt, namelijk door te vroeg te beginnen sprinten nadat Tom Simpson werd teruggepakt.

23 de sprint van ronse

Merkwaardig genoeg is het Benoni Beheyt zelf die hierover zinnige zaken vertelt, zij het dan jaren nà de fameuze sprint (namelijk in Het Laatste Nieuws van 4/1/2000): “Wat ik van al die emoties geleerd heb is dat van mij verwacht werd dat ik Rik liet winnen. Heb je nadien nog ooit gehoord dat tienduizenden mensen kwaad waren op een coureur omdat hij weigerde te verliezen? Het bewijst welke enorme impact Van Looy had op het publiek. Merckx heeft veel supporters gehad die opportunisten waren: Eddy won toch bijna altijd. Maar voor Van Looy gingen ze door het vuur, ook als hij verloor. Omdat hij hun Rik was. De keizer van Herentals. (…) Toen ik op het podium stond zei Rik alleen ‘Proficiat. Maar waarom heb je dat gedaan?’ Het is de enige keer in al die jaren dat hij er iets over gezegd heeft. We hebben mekaar vele keren ontmoet, maar hij sprak nooit meer over Ronse. Na afloop heb ik niemand meer gezien van de Belgische ploeg. Behalve Lomme Driessens. ‘Ze hadden jou moeten deklasseren,’ zei die. Met mijn regenboogtrui om en mijn medaille rond de hals ben ik met mijn ouders naar huis gereden. (…) Er is altijd verteld dat mijn carrière geknakt is door Van Looy die op weerwraak uit was, maar daar heb ik weinig van gemerkt. Alleen zijn trouwe luitenant Edgard Sorgeloos reed vaak als een waakhond in mijn wiel, maar dat raak je op de duur ook gewoon. De echte reden is dat ik plots niet meer tot topprestaties in staat was. Waarom heb ik nooit geweten, mijn medische begeleiding beperkte zich in die tijd tot een jaarlijks bloedonderzoek, verder niets.”

Ronny De Schepper

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.