Het is vandaag al 35 jaar geleden dat de Amerikaanse zanger Roy Orbison is overleden.

“De eerste plaat die mij iets gedaan heeft, was Born to lose: Ray Charles heeft er ooit een hit mee gehad, maar ik hoorde het nummer in de originele versie van Ted Daffy. Ik zal toen een jaar of zeven zijn geweest…” Aldus Roy Orbison, enkele dagen voor zijn dood, in gesprek met Rudy Vandendaele van “Humo”. En ik moet toegeven: even heb ik overwogen om als titel boven dit stukje te zetten: “Roy Orbison, born to lose”, maar dat zou natuurlijk een vertekening van de feiten zijn. Roy mag dan nog onnoemelijk veel miserie gekend hebben in zijn leven, hij heeft toch ook een aantal prachtige hits geschreven, die helemaal niet de mist zijn ingegaan of zo, maar nu integraal deel uitmaken van het UNESCO-wereldpatrimonium.
Ikzelf stond in de drukkerij van de Volksuitgaven toevallig aan de telexmachine toen het bericht binnenliep dat Roy Orbison aan een hartaanval was overleden op 52-jarige leeftijd. De redacteur van “Le Drapeau Rouge” die ik om het telex-bericht vroeg, mocht dan nog denken dat het “un grand politicien américain” was, in Vlaanderen mag men toch geredelijk aannemen dat ieder normaal mens tussen twintig en zeventig een stapje op de dansvloer heeft gewaagd als “Only the lonely” of “In dreams” door de boxen galmden.
Typisch is dat, als men zou vragen uit welk jaar deze hits stammen, de meeste mensen de late jaren vijftig zullen opgeven, terwijl het in werkelijkheid de vroege jaren zestig betrof…
Muzikaal liggen de roots van Roy Orbison inderdààd in de fifties als navolger van Johnny Ray en spontaan neemt men dan ook aan dat hij één van de slachtoffers was van de Engelse beat-rage die over het Amerikaanse continent raasde.
Alhoewel Orbison uiteindelijk wel ten onder is gegaan aan de psychedelica en de hard-rock die het rechtstreekse gevolg waren van de beat boom, heeft hij in een aanvangsfase uitstekend stand gehouden. Hij moet zowat de enige zanger uit die periode geweest zijn, die zowel met The Beatles als met The Stones op tournee is geweest en – vooral – zelfs laatstgenoemden spraken hem onderweg met “mister Orbison” aan! In 1964, toen The Beatles in alle polls als de nummer één groep naar voren kwamen, was hij de populairste solo-zanger. En zijn grootste hit, paradoxaal genoeg een uptempo nummer, “Pretty woman”, is zelfs nog in 1965 te situeren.
In de Griekse tragedies gaat de held – of hij nu Oedipus of Orbison heet – steevast ten onder aan “hybris”, letterlijk vertaald “hoogmoed” maar eerder te begrijpen als “een uitdagen van het fatum, het noodlot”. Wie het lot tart, krijgt m.a.w. fataal de bal teruggekaatst. Iets dergelijks zouden we kunnen zeggen an Roy Orbison, wiens theatraliteit zich echter enkel uitte in zijn zwaar romantisch-melancholische liedjesteksten. Om een en ander nog wat meer in de verf te zetten, trad Roy Orbison op met een donkere bril en van kop tot teen in het zwart gekleed. Als hij had gedurfd, hij had zich net als de Engelse Elisabethaanse dichter John Donne in een lijkwade gehuld…
Typisch voor Roy Orbison was trouwens dat zijn stopwoord niet “fuck” of “shit” was maar “mercy”, zoals we ook kunnen horen op “Pretty woman”.
Verder was zijn podiumact zo “losbandig” dat men hem wel eens de “menselijke juke-box” heeft genoemd, omdat hij (1) zich hoegenaamd niet bewoog (Orbison was een stijve hark van wie het een beetje moeilijk aan te nemen valt dat hij ooit zelfs de hoofdrol speelde in een western: “The fastest guitar alive” van Michael Moore, naar een scenario van Robert E.Kent en met verder Maggie Pierce, Joan Freeman en Sammy Jackson), zelfs nauwelijks de mond opende en (2) een feilloze reproductie bracht van zijn platen. Hiermee is meteen het fabeltje weerlegd als zou bij de hoge noten in de studio het bandje wat sneller worden gedraaid.
Roy Kelton Orbison werd geboren op 23 april 1936 te Vernon in Texas. Hij leerde gitaar spelen van zijn vader, die voor de kost boormeester naar het zwarte goud was. Het is dan ook bijna vanzelfsprekend dat zoonlief geologie (bodemkunde) ging studeren in het North Texas State College. Hij had toen al een groepje, genaamd The Wink Westerners en men kan het ergste reeds vermoeden: country and western stond op het menu. Latere biografen zullen aanstippen dat hier Roy’s voorliefde voor de smartlap werd geboren. Zeggen we meteen dat Orbisons compositie- en zangtalent zijn eigen nummers uittillen boven dit tranerige gedoe.
Medecomponist Will Jennings: “Roy’s songs lijken nog het meest op de opera’s van Verdi en Puccini; op rock’n’roll-gebied is er niets waar zijn muziek ook maar in de verte op lijkt. Nu hoor je niet veel opera’s als je in Wink, Texas, opgroeit, dus moet hij zijn inspiratie elders hebben gehaald. Volgens mij komt het door het weer in Wink. Als je daar je hoofd uit het raam steekt, kan je wel honderd kilometer ver zien. En dan zie je aaan de einder plots zo’n klein zwart wolkje komen aanzetten, dat alsmaar groter en groter wordt en er steeds dramatischer begint uit te zien. En dan duurt het nooit lang of er breekt een hels onweer los. Zo heeft hij leren componeren: je begint met dat kleine dingetje aan de horizon en dat wordt alsmaar groter en groter en komt in je richting.”
Een typisch voorbeeld hiervan is “It’s over”, dat zich wellustig wentelt in de Weltschmerz van het dagdagelijkse bestaan. Het begint met de ontnuchterende vaststelling “you’re baby doesn’t love you anymore” om dan uiteindelijk naar een haast hysterische climax toe te gaan.
Maar we lopen vooruit. Op die school ontmoet hij immers Pat Boone, die hem aanraadt maar meteen met zijn studies te stoppen en de professionele toer op te gaan. Niet slecht gezien van Boone, die voortaan in de popannalen geboekstaafd staat als de eerste popvedette-met-diploma…
We schrijven nu 1956 en Orbison heeft zijn groep omgedoopt tot The Teen Kings. In die hoedanigheid ontmoet hij Buddy Holly, nog zo’n tragische figuur. Holly’s producer, Norman Petty, zag wel wat in Orbison en deed hem een single opnemen op zijn Jewel-label, die evenwel grandioos de mist inging. Sam Phillips, de eigenaar van het legendarische Sun-label, zag echter wel iets in de B-zijde, “Ooby Dooby” en liet het Roy nog eens overdoen. Ditmaal was het wel raak.
In zijn Sun-periode is Roy – zoals gebruikelijk bij Phillips – ook te horen op platen van andere memorabele collega’s zoals Jerry Lee Lewis, Carl Perkins en Johnny Cash, terwijl omgekeerd zij ook hem begeleidden. Elvis Presley was tegen die tijd echter reeds vertrokken.
De Sun-specialiteit waren natuurlijk rockplaten en daar was lantaarnpaal Orbison uiteraard minder voor geschikt, al dwong Sam Phillips hem voortdurend dergelijke dingen op te nemen (later zou Roy hem “een tiran” noemen). Big O was Sun dus beu omdat Phillips hem altijd up-tempo nummers opdrong en hij meer neigde naar ballads en daarom kocht hij zijn contract af en verhuisde naar RCA om daar opnames te maken onder supervisie van Chet Atkins, de producer van Elvis. In totaal hebben ze daar slechts zeven opnames gemaakt vooraleer Roy RCA heeft verlaten om onder dak te gaan bij Monument (door gemanoeuvreer van Fred Foster, die meer zag in Orbison’s vocale talenten). Daarvoor had hij ook al Claudette geschreven voor The Everly’s, maar nadat hij Joe Melson ontmoette begon hij met hem samen te werken, wat na een rijpingsproces tot bloei kwam onder Monument in 1960. Zijn eerste single daar, “Only the lonely”, werd meteen een wereldsucces, al had hij ze tussendoor nog zonder succes bij RCA aangeboden, oorspronkelijk zelfs voor de King himself. Wat het aanbieden van Only The Lonely aan Elvis betreft, daar hebben sommigen hun twijfels over. Feit is dat de song toen nog niet klonk zoals we die nu kennen, met als gevolg dat Elvis de song afwees. Maar Fred Foster vroeg daarna aan Roy om verder te werken aan de song en op dezelfde moment was Roy nog aan een andere song bezig en toen Foster die hoorde vroeg hij Roy om de twee te combineren tot één geheel en dat resulteerde tot Only The Lonely zoals we het toen leerden kennen en nu nog kennen.
Daarna volgde het ene succes na het andere, telkens even treurig, maar ook even knap: “Running scared”, “Crying”, “Dream baby”, “Blue bayou”, “In dreams”, “Mean woman blues”, “It’s over”, tot het reeds genoemde “Oh pretty woman”.
Vanaf 1965 gaat het dus echter bergaf met Orbison. Niet alleen slaagt hij er niet in bij zijn nieuwe platenfirma (MGM) nog een noemenswaardig succes te hebben, ook zijn huwelijk met de nog door The Everly Brothers bezongen “Claudette” loopt op de klippen. Als antecedent van Dylans belijdenislyriek schrijft Orbison dan het nummer “Crawling back” (“ik wil wel op mijn knieën naar je toe komen kruipen”) dat het beoogde effect bereikt: Claudette komt terug. Om dat te vieren maken ze samen een uitstap op motorfietsen, maar eilaas het prille geluk is van korte duur. Claudette knalt tegen een vrachtwagen aan en overlijdt.
Op de koop toe komen twee van hun drie kinderen twee jaar later om bij een brand. Orbison herstelt slechts moeizaam van de slag. Een tweede huwelijk (met de Duitse Barbara Bayer, van de gelijknamige farmaceutische fortuinen) helpt hem om er opnieuw bovenop te komen, zeker dankzij de geboorte van Roy jr. Zij wordt ook zijn nieuwe manager, in opvolging van zijn vader, die hem reeds sinds zijn prilste jeugd op het pad van de muziek had gezet.
Via MGM komt Orbison in de filmwereld terecht. Hij schrijft o.m. de muziek voor B-films als “Moonshine war” en “Zig-zag”. In 1978 ondergaat hij een open-hartoperatie, maar herstelt vrij vlug, zodat hij nog wat Elvis Presley-memorial shows kan meepikken. Hij zingt ook de soundtrack in voor de film “The living legend”, waarin ene Earl Owensby het leven van een popvedette schetst dat toevallig erg goed op dat van Elvis lijkt. Hij brengt ook een lp uit, “Laminar flow”, waarop hij de disco-toer opgaat. Niet tot ieders tevredenheid overigens.
Volgens zijn tweede vrouw Barbara moeten we echter inzien dat hij zich probeerde te verzetten tegen de mythe van de droefgeestige, door tragedies achtervolgde rock’n’roller. Toch zal het nog een kleine tien jaar duren vooraleer hij aan een comeback toe was. Dat was dan enerzijds door het gebruik van zijn muziek in de film “Blue velvet”. Roy Orbison initially rejected David Lynch’s request to use the song “In Dreams” in the brothel scene. Lynch found a way to legally use the song anyway and Orbison did not discover the song was in the movie until Orbison just happened to see the movie in a California theatre. Orbison eventually filmed a video for the song that was produced by Lynch with footage from the movie. (IMDb)
Anderzijds was het ook dankzij Bruce Springsteen die Roy het prachtige, in zwart-wit (fifties!) verfilmde concert aanpraatte met nog andere coryfeeën uit die tijd zoals Elvis Costello, Jackson Browne en Tom Waits.
Bruce Springsteen: “Op mijn eerste elpees bouwde ik mijn songs als kleine opera’s op, een song moest voor mij niet noodzakelijk de traditionele twee strofen-refrein-strofe-refrein-structuur volgen. Dat idee had ik van Roy Orbison.”
Daarna wordt hij door George Harrison gevraagd als lid van de Traveling Willburys (met verder Bob Dylan, Tom Petty en Jeff Lynne). George Harrison: “Veel mensen denken dat Roy een zeer melancholisch en eenzaam man was, maar dat klopt niet. Hij had een groot gevoel voor humor. Ik denk trouwens dat het dat gevoel voor humor is dat Roy en mij heeft samengebracht en dus eigenlijk aan de grondslag lag van de Traveling Willburys. Onze vriendschap kon niet meer stuk toen ik merkte dat Roy élk woord van àlle Monty Python-songs kende, én de dialogen van de Python-films én TV-series.”
Op 30 september 1987 werd een een televisiespecial opgenomen waarmee de zwart-witvideo Roy Orbison and Friends, A Black and White Night werd samengesteld. In deze show bracht Roy al zijn grote hits, inclusief twee nummers van zijn dan nog nieuw uit te komen album, ten gehore. Hij werd omringd door gastmuzikanten als Bruce Springsteen, Elvis Costello, Bonnie Raitt, Tom Waits, Jennifer Warnes, k.d.lang, Jackson Browne, J.D.Souther en James Burton (ex-gitarist van Elvis Presley). Roy was eindelijk terug aan de top, hij bracht nog een nieuwe CD uit, die hij o.a. in ons land (het Antwerpse Sportpaleis) kwam promoten, maar helaas zou hij enkele dagen daarna schielijk overlijden…
Na zijn dood bracht Barbara in samenwerking met k.d.lang, Robbie Robertson en Don Was de overgebleven stukken uit de periode 1985-1988 uit onder de titel “King of hearts”.

Ronny De Schepper
(met dank aan Raymond Thielens)

Referenties
Dirk Dauw, Let volgend jaar op Roy Orbison, Het Nieuwsblad 7/11/1987
Dirk Dauw, “Je moet verder doen als verdriet je treft”, Het Nieuwsblad 8/12/1988
Ronny De Schepper, Roy Orbison – Nu dragen we allemààl zwart, De Rode Vaan nr.51 van 1988
M.L., Boudewijn Büch: “Ik verlies een vriend”, De Morgen 8/12/1988
Peter Lehman, Roy Orbison – The Invention of an alternative rock masculinity, 2003
Dirk Steenhaut, Roy Orbison breekt eigen hart, De Morgen 8/12/1988
Jack Van Gils, Het geluid van een fluwelen ijsbreker, De Morgen 8/12/1988
Jack Van Gils, De laatste Orbison – Handle him with care, De Morgen 28/1/1989
V.W. & P.B., “Hij heeft de nostalgie tot een genre gemaakt”, De Morgen 8/12/1988

3 gedachtes over “Roy Orbison (1936-1988)

  1. Zeer interessant artikel. Zelf breng ik ook graag via karaoke de liedjes van Orbison ten tonele. Wie mij horen wil, moet naar de Vip’s karaoke komen. Die ligt in de Generaal Lemanlaan 180 te Brugge (Assebroek).

    Geliked door 1 persoon

  2. Klopt dat Big’O na zijn switch naar MGM geen noemenswaardige hits meer had, alhoewel zijn MGM lp’s muzikale pareltjes bevatten en er geen sprake was van een stijlbreuk. Zou dit niet kunnen toegeschreven worden aan een onsuccesvolle marketingpolitiek van de firma? Waarom wordt de ene een topvedette en een andere niet? Hoe meer geld gepompt werd om iemand te lanceren, hoe groter slaagkansen om hun geld te recupereren en te vermenigvuldigen.

    Ziehier 5 topsongs uit zijn minder succesvolle MGM-periode, weliswaar zeer de moeite waard. En samen geschreven met zowel Bill Dees als zijn eerste co-auteur Joe Melson:

    [audio src="http://dl.dropbox.com/u/105068829/01%20Ride%20Away.mp3" /]

    [audio src="http://dl.dropbox.com/u/105068829/02%20You%20Fool%20You.mp3" /]

    [audio src="http://dl.dropbox.com/u/105068829/03%20Two%20of%20a%20Kind.mp3" /]

    [audio src="http://dl.dropbox.com/u/105068829/05%20I'm%20In%20a%20Blue%2C%20Blue%20Mood.mp3" /]

    en vooral deze, b-kantje van Ride Away:

    [audio src="http://dl.dropbox.com/u/105068829/12%20Wondering.mp3" /]

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.