Het is vandaag ook al vijf jaar geleden dat de Britse schrijver Colin Wilson is gestorven. Hij geldt als één van de belangrijkste vertegenwoordigers van the English post-war novel.

Na de Tweede Wereldoorlog viel de Britse klassenmaatschappij gedeeltelijk in duigen. Iemand als C.P.Snow die uit een lagere sociale klasse stamt, kan zich b.v. via universitaire studies opwerken tot in aristocratische middens. Ook elders in het westen kwamen trouwens socialisten (en soms zelfs communisten) aan het bewind. De welvaart wordt breder gespreid, maar de bureaucratie neemt toe. In de Engelse roman zien we dat:
1.Een aantal schrijvers uit de jaren dertig pas na de Tweede Wereldoorlog succes kennen (e.g. Ivy Compton-Burnett, L.P.Hartley met “The Go-Between”, Anthony Powell met de zesdelige “Music of time”, C.P.Snow en vooral Graham Greene)
2.Meer belangstelling voor de arbeidersklasse in so-called working-class novels (e.g. Alan Sillitoe, David Storey, Keith Waterhouse, John Braine, Doris Lessing, “Late call” by Angus Wilson, “That uncertain feeling” by Kingsley Amis). Zelfs de jonge Iris Murdoch kan met “Under the net” of “Flight from the enchanter” tot de beweging worden gerekend, vooraleer ze meer de experimentele toer opgaat. Zij worden the angry young men genoemd, maar zijn eigenlijk een verzameling dissidenten, die onderling zeker geen groep vormden, integendeel vaak konden ze elkaar niet eens uitstaan. Als de “filosoof” van de “beweging” (als men die term dus mag gebruiken) kan men Colin Wilson beschouwen met “The Outsider”. Wilson is bekend door de nadruk in zijn werk op de vervreemding van het individu van de maatschappij, de sociale ‘outcast’, waarmee hij het existentialisme bekender maakte onder de jongere Britse intellectuelen. In zijn “Adrift In Soho” beschrijft hij de Engelse Beat Generation van de jaren vijftig. Daarna begaf hij zich op esoterische gebieden zoals het occultisme en New Age-onderwerpen en zou hij zich ontwikkelen tot een warhoofd dat in de redactie van Bres broederlijk plaatsnam naast gelijkgestemden als Simon Vinkenoog of Hubert Lampo. In die context moeten we ook “The God of the Labyrinth” (1970) situeren, een erotische pastiche gebaseerde op een fictieve schrijver uit de achttiende eeuw, Esmond Donelly (*).
3.Feminist women-writers (e.g. Muriel Spark, Doris Lessing, Iris Murdoch, Brigid Brophy)
4.Colonial writers (e.g. Salman Rushdie)
5.Metaphysical novels (e.g. Lawrence Durrell). James Joyce en Virginia Woolf werden in de jaren vijftig als te elitair beschouwd. Ze concentreerden zich teveel op de mens als dusdanig, terwijl in de jaren vijftig de mens in de maatschappij centraal werd gesteld. Dit leidde tot een hernieuwde belangstelling voor een echt verhaal, alleen Lawrence Durrell (1912-1990), bij wie we invloeden van Mann en Proust weervinden, bleef onvermoeibaar op de ingeslagen weg doorgaan, ook al omdat zijn poëtische sensualiteit een koperspubliek bleef vinden. Het is pas toen Durrells dochter Sappho zelfmoord pleegde en incest aan de basis ervan bleek te liggen, dat zijn populariteit begon te dalen, zodanig zelfs dat men bij de naam Durrell eerder aan zijn broer Gerald ging denken, de zoologist die o.m. “My family and other animals” heeft geschreven.
De andere auteurs waren echter allemaal anti-experimentalistisch en grepen naar vroegere schrijvers terug als bron van inspiratie. De Edwardians b.v. als Wells, Butler of Bennett. Of John Wain met zijn belangstelling voor de picareske romans van Richardson en Fielding uit de achttiende eeuw. Of de satiricus Angus Wilson, die drie essays over Dickens heeft geschreven, zodat het niet te verwonderen is dat zijn personages “Dickensiaanse” allures hebben. Dat geldt trouwens ook voor John Braine.

(*) Dat schreef ik dan op basis van de allereerste pagina waar gesteld wordt: “It is in one of his letters to Gauss that Esmond speaks about the ‘magical’ properties of the number 137 – which is, of course, a prime. Coming across a copy of this letter the other day in the archives of Mr Xalide Nuri, I was thrilled to realise that this book will be published exactly 137 years after Esmond’s death. I take it as an auspicious sign.” Maar daar blijft het bij. Voor de rest is het boek vooral een erotische, sm-getinte pastiche.

Ronny De Schepper

(op basis van notities in de lessen van prof.William Schrickx, al kan ik me nauwelijks inbeelden dat die ooit les heeft gegeven over de moderne Engelse roman; misschien was het één van zijn assistenten of misschien zelfs wel een gelegenheidsles van een medestudent: ik zie Kristiaan Versluys toen al hiertoe in staat b.v.)

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.