Morgen zal het 25 jaar geleden zijn dat de Colombiaanse drugskoning Pablo Escobar werd doodgeschoten tijdens zijn arrestatie. Hij was net lang genoeg met zijn zoon aan de telefoon opdat de Colombiaanse politie hem kon traceren. Sommige mensen beweren, dat hij, nadat hij neergeschoten werd, op het dak in elkaar zakte en zichzelf daarna door het hoofd schoot. Geschat wordt dat Escobar verantwoordelijk was voor 8000 moorden (*). Daar staat tegenover dat hij een echte dierenliefhebber was. Vooral grote dieren trokken zijn aandacht. Uit Afrika liet hij nijlpaarden en giraffes overkomen. Rond zijn huis bouwde hij een Jurassic Park met grote beelden van prehistorische dieren. Daarnaast kwam Escobar ook op voor de minder bedeelden van Colombia, vooral in zijn woonplaats Medellín. Daar liet hij honderden nieuwe huizen bouwen en deelde deze toe aan de bewoners van de sloppenwijken. Daardoor werd hij mateloos populair onder de arme bevolking. Later zouden zij hem ook volledig steunen met zijn politieke carrière. In mei 1982 werd hij verkozen tot volksafgevaardigde. Terwijl Escobar nog in de politiek zat, bleef hij doorgaan met het bedreigen en omkopen van ambtenaren onder het motto plata o plomo, dat is Spaans voor zilver of lood, wat overeenkomt met ons je geld of je leven… In 1983 was het politieke leven van Escobar alweer voorbij. Uit woede wilde hij de mensen terugpakken die hem het politiek bedrijven onmogelijk hadden gemaakt. Hij was verantwoordelijk voor de moord op drie kandidaten voor het presidentschap en diverse bomaanslagen. Op zijn toppunt verdiende Escobar ongeveer 1 miljoen dollar per dag en werd hij door Forbes-magazine genoemd als de op zeven na rijkste man op de wereld. Nochtans was hij zijn criminele carrière begonnen met het stelen van grafstenen. Later werd hij actief als autodief en daarna ging hij in cocaïne handelen en begon hij zijn drugsimperium op te bouwen.
BICICLETAS OSITTO
Maar waarom ben ik nu geïnteresseerd in een drugsbaron? Wel, Pablo Escobar had samen met zijn broer ook een eigen wielerteam in Manizales met de naam Bicicletas Ositto. ‘Het rijkste team uit de wielergeschiedenis’, zegt Matt Rendell, die het boek “Koning van de Bergen” heeft geschreven, tegen Jan-Pieter De Vlieger in Het Nieuwsblad van 17 april 2013. ‘Ze reden met Porsches in de kleuren van het team, bestuurd door de beste rally-rijders van het land. `Ositto’ betekent beertje, en de mascotte van het team was daarom een beer. In de Ronde van Colombia liepen of reden als gorilla (de beerpakken waren blijkbaar uitverkocht, RDS) verklede mannen in de karavaan mee, waarbij ze gratis marihuana uitdeelden aan het publiek. Bicicletas Ositto werd daarom uit die Ronde gezet. Dat viel niet goed bij de Escobars, die als wraak de (lege) auto van de voorzitter van de wielerbond opbliezen.’
FOTO MET EDDY MERCKX
Raymond Kerckhoffs, wielerjournalist van De Telegraaf, botste tijdens een reportagereeks in Colombia op een foto waarop Eddy Merckx en Pablo Escobar vereeuwigd staan (zie onderaan). Volgens lokale bronnen zou de foto dateren van 1974, toen Merckx op uitnodiging een koers reed in het Colombiaanse Medellin. De foto hangt in één van de buitenverblijven van Roberto Escobar, de drie jaar oudere broer van de in 1993 doodgeschoten Pablo. Net als Pablo raakte ook Roberto verzeild in de wereld van de drugsmaffia. Hij was de boekhouder van het Medellin-kartel. Op elk van beide hoofden stond ooit een bedrag van tien miljoen dollar.
Toch treft Merckx geen schuld. Op het ogenblik van de foto was Pablo nog een nobele onbekende. Een boefje, dat wel, maar eerder in de sector van het stelen van grafstenen dan een miljardenbusiness in de cocaïne. Ook voor de toen 28-jarige Roberto was drugs in 1974 nog een abstract begrip. Hij was toen een jonge en vrij getalenteerde wielrenner.
Na zijn wielercarrière begint Roberto met de financiële steun van Pablo zijn eigen fietsenmerk Bicicletas Ositto. Op het moment dat Pablo de politieke ambitie koestert om president van Colombia te worden, richt hij eind jaren zeventig een wielerploeg op ter promotie van zijn campagne: Pablo Escobar Renovacion Liberal is de ploegnaam. “Het was onze droom om als eerste Colombiaanse wielerploeg te starten in de Tour de France”, aldus Roberto in De Telegraaf.
Kopman van de ploeg was ene Gonzalo Marin, tweede in de baby-Giro en een begenadigd klimmer. De Tour zou hij nooit rijden, het nieuws halen wel. Hij wordt later aangewezen als de dader van een terroristische bomaanslag waarbij 52 doden vielen. Wanneer de politieke carrière van Pablo Escobar vastloopt, gaat de geldkraan naar de wielerploeg dicht. De Tour halen ze nooit. Ene Miguel Angel Bermudez in 1983 wel met het Colombia-Varta-team. Bijna was Bermudez niet aanwezig geweest in de Tour door een bomaanslag in zijn auto, uitgevoerd door het jaloerse Medellin-kartel.
Dat de wielersport de enige manier zou zijn om in Colombia de armoede te ontvluchten, wordt door Rendell overigens met klem ontkend, zij het deze keer in Het Nieuwsblad van 30 mei 2013. “De generatie-Herrera, dat waren zoons van boeren die naar de stad trokken in hun zoektocht naar werk. Maar Colombia is intussen getransformeerd tot een modern land met een op export gerichte industrie. Henao, Betancur en ook Uran, ook al werd zijn vader vermoord, hebben een goede achtergrond. Ze kozen voor wielrennen omdat die sport, net als bij jullie in Vlaanderen, deel uitmaakt van hun cultuur.”
Vier boeken schreef Rendell over de wielersport in Colombia. Hij praat met passie over het Colombiaanse wielrennen, zonder echter zijn kritische geest te verloochenen. “In het Colombiaanse wielrennen heersen nog altijd doping en corruptie”, aldus Rendell. “Een voorbeeld: in 2006 besloot de federatie om twee dagen voor de start van de Ronde van Colombia bloedtesten uit te voeren. Meer dan zestig renners bleken verdachte waarden te hebben. De federatie besloot de resultaten weg te moffelen en liet de Ronde starten.”
Gelukkige stond één man op: Ignacio Velez. Hij stampte met steun van de nationale industrie in 2006 `Colombia es Pasion’ uit de grond, een wielerteam met als doel het imago van het land in het buitenland op te krikken. “Maar de woorden doping en wielrennen mochten niet langer aan elkaar getinkt worden”, aldus Rendell. “Ze investeerden veel geld in een eigen biologisch paspoort en met Luis Fernando Saldarriaga vonden ze een uitstekende coach. Zijn methodes zijn vooruitstrevend, zowel Garmin als Sky zouden hem maar al te graag in hun technische staf opnemen.”
In 2011 kwam het team in de Italiaanse handen van Claudio Corti. “Een corrupte zet waar sommige mensen veel geld aan hebben verdiend”, aldus nog steeds Rendell tegen Guy Van den Langenbergh in Het Nieuwsblad. “En een slechte zaak voor de renners. Colombiaanse renners hebben elk een heel specifiek verhaal en vergen een speciale aanpak. Fabio Duarte bijvoorbeeld, vermoedelijk het grootste talent van zijn generatie. Als jonge renner zag hij zijn beste vriend verongelukken in een afdaling. Zo’n jongen moet je heel voorzichtig aanpakken.”
Maar toch is Rendell optimistisch: “De opvolging is gegarandeerd: bij Team Colombia heb je talenten als Duarte, Chalapud of Pantano. En er is Colombia 4-72, een opleidingsteam dat recent de Ronde van de Isard domineerde. In tegenstelling tot de generatie Herrera kunnen de huidige Colombianen ook op het vlakke mee en worden er goede tijdrijders gevormd.”
Een en ander heeft ermee te maken dat de huidige generatie Colombiaanse wielrenners – in tegenstelling tot hun illustere voorgangers – op de piste wordt gevormd. (**)
HET KARTEL VAN MEDELLIN
Maar precies om die voorgeschiedenis in een juiste context te kunnen plaatsen, moeten we even een schoolse duik nemen in de geschiedenis en de aardrijkskunde van het Zuid-Amerikaanse land.
Colombia, geachte leraar, beste medeleerlingen, ligt in het Noord-Westen van het Zuid-Amerikaanse continent, langs die zijde trouwens begrensd door Panama, een land waar de overheid – met name generaal Noriega – reeds openlijk in verband werd gebracht met drugtrafiek. Bijna honderd jaar lang heeft Panama trouwens samen met Colombia één land gevormd, namelijk sedert 1819 toen de vrijheidsheld Simon Bolivar de republiek Gran Colombia stichtte die naast de twee voornoemde landen ook nog Venezuela en Ecuador groepeerde.
Medellin zelf ligt halverwege tussen de hoofdstad Bogota en de Panamese grens. Het kartel van Medellin, waarover men het altijd heeft, is een losse coalitie van zo’n twintig families met een ware dynastie van beruchte drugbaronnen aan het hoofd. De leider is Pablo Escobar. De tweede in lijn is Jorge Luis Ochoa die in 1984 in Spanje werd aangehouden. Zowel Colombia als de Verenigde Staten vroegen toen om z’n uitlevering. Spanje besliste ten voordele van Colombia. Eens terug in zijn vaderland kostte het Ochoa 23 dagen om weer op vrije voeten te komen. Dat veroorzaakte zoveel verontwaardiging dat Ochoa zichzelf bij de jaarwisseling 1990-91 opnieuw ging aangeven, samen met zijn broers Juan David en Fabio.
Escobar zelf ontsnapte in juli 1992, maar op 2 december 1993 werd hij neergeschoten. Toch moet worden gezegd dat als de Colombiaanse regering meldt dat het kartel van Medellin ondertussen ontmanteld is, ze toch gemakshalve voorbijgaat aan het feit dat het kartel van Cali de rol van Medellin heeft overgenomen. Er wordt zelfs luidop gezegd dat de liberale president Samper zijn kiescampagne in 1994 heeft gefinancierd met geld van het drugkartel van Cali. Toch is de balans die de regering voorlegt niet onbelangrijk: 264 bendeleden of sympathisanten werden gedood, 1.314 gevangen gezet en 1.251 wapens in beslag genomen.
Deze families beheersen het grootste deel van de Colombiaanse cocaproductie en hebben de miljoenenstad Medellin volledig onder controle. Aangezien een wet uit 1979 het witwassen van geld heeft gelegaliseerd, heeft de drugmaffia zich daar immers bij de bevolking populair weten te maken door de constructie van woningen voor de armen, de oprichting van de grootste zoo van Colombia en steun aan de plaatselijke voetbal- en wielerploeg…
En er is b.v. het merkwaardige verhaal van de Colombiaanse bank CHCS die in 1992 een Spaanse wielerploeg sponsorde. De renners werden echter nooit betaald en de Spaanse wielerfederatie, die wel zelf schuld had omdat ze nooit een bankwaarborg had geëist, ging vruchteloos op zoek naar de zetel van de bank. Ten einde raad werd zelfs Interpol ingeschakeld!
Ook plaatselijke politici laten hun verkiezingscampagnes sponsoren door het kartel, dat trouwens in 1985 aan de regering voorstelde om de volledige buitenlandse schuld te betalen in ruil voor een legalisering van de drughandel. Dat is niet gebeurd en “in afwachting” worden dan maar op grote schaal rechters en magistraten omgekocht. Volgens een onderzoek van het leger moet 80% van de politie in Medellin als verdacht worden beschouwd. Dat is veel, maar niet onbegrijpelijk als men weet dat in 1994 er dertien moorden per dag plaats vonden in Medellin. Moord is er de belangrijkste doodsoorzaak bij de mannelijke bevolking tussen 15 en 44 jaar.
LOS ESCARABAJOS
Statistieken. Droge cijfers. Die echter meer realiteitswaarde krijgen als er al eens een bekende figuur bij betrokken is. Zoals dus in het geval van Alfonso Flores. Het was vooral dankzij de successen van Flores dat we het ontstaan van enkele Colombiaanse profploegen kenden, die vooral in klimwedstrijden de Europese profs naar huis zouden rijden. De nieuwe ‘Flandriens’ noemde men de Indiaanse Colombianen wel eens, omdat de fiets bijna de enige mogelijkheid was om aan een leven van armoede te ontsnappen. Armoede, die nog in de hand wordt gewerkt door een hoog geboortecijfer (45 per 1.000), waardoor er een grote migratie van het platteland naar de stad ontstaat (zo’n 100.000 mensen per jaar). Daar ligt voor het grootste deel echter enkel de werkloosheid te wachten (70% van de werklozen is jonger dan 35). Geen wonder dus dat wie kan fietsen, zich op die manier uit de zorgen tracht te werken.
Al vraag je je wel af hoe ze een eerste vehikel betalen. En het moet dan nog niet eens zo’n gesofisticeerd spul zijn waarmee profwielrenners zich op weg plegen te begeven. Toch zijn er zo’n 2.000 wielrenners in Colombia, geconcentreerd op een paar plaatsen rond de grote steden, want in het amazonewoud en ook op een groot gedeelte van de bergen zijn geen wegen aangelegd. Aangezien het klimaat er bijna egaal is het hele jaar door (wegens de ligging op de evenaar) wordt er ook voortdurend gekoerst.
In 1984 werden Patrocinio Jimenez en Edgar Corredor prof bij de Teka-ploeg van Luis Ocana, maar ze hadden duidelijk aanpassingsproblemen. Men schreef dit toe aan het feit dat het zogenaamde zuurstofeffect van de grote hoogtes waarop de Colombiaanse renners in hun thuisland leefden, reeds uitgewerkt was. Corredor zou later op training verongelukken, een probleem dat zich wel vaker voordoet in Colombia. Zo werden op 21 februari 1995 drie profs in één slag weggemaaid, namelijk Nestor Mora (31), Gonzales Triana (27) en Hernan Patino (28), toen zij tijdens een groepstraining van de Postobon-ploeg werden aangereden door een vrachtwagen.

Ronny De Schepper
(*) Ook de vader en nadien de pleegvader van Mauricio Ardila werden vermoord in de “war on drugs”.
(**) Al was met name één van de eerste Colombianen die naar Europa overkwam (bij mijn weten was de allereerste Giovanni Jimenez, die zowaar in Vlaanderen een tweede thuis vond en die overigens ook van de piste kwam) Martin “Cochise” Rodriguez ook eerst en vooral een pisterenner (wereldkampioen achtervolging bij de amateurs).
Referenties
Ronny De Schepper, Koffie, coureurs en coke in Colombia, De Rode Vaan nr.27 van 1988
BVC, Hoe het komt dat Eddy Merckx op de foto staat met Pablo Escobar, Het Nieuwsblad 20 juli 2019