Het zal morgen dertig jaar geleden zijn dat het Feest van De Rode Vaan plaatsvond in Aalst. Eén van de opmerkelijke optredens daar was dat van Jaak Vissenaken die zich in de persoon van Frederik Van Eeden inleefde om diens bekende redevoering “Waarvoor werkt gij?” nogmaals te brengen…

“Vrienden, ik noem u maar zo omdat ik hoop u tot mijn vrienden te maken. Niet door u complimentjes te maken en u te vleien. Maar door u een paar eenvoudige dingen zo duidelijk als ik kan te zeggen, met de bedoeling u beter en gelukkiger te doen worden.”
Aan het woord is Frederik Van Eeden in d’Geelvinck te Amsterdam op 14 maart 1899. Niet dankzij de teletijdmachine van prof.Barabas, maar dankzij het talent van Jaak Vissenaken zult u, vrienden, deze zelfde woorden kunnen beluisteren in de Keizershallen te Aalst op 29 oktober 1988 om 18u precies. Vissenaken heeft zonder ongelukken wel ooit een transformatie tot « vrije madam » ondergaan, een incarnatie van Van Eeden moet dus nog wel best kunnen meevallen.
Als ik daarbij dan nog eens de tekst overlees die in het prachtige « Werkmansboekje » in de Spectrum-reeks werd uitgegeven, dan vraag ik me zelfs af of na een gloedvol betoog zich niet dezelfde heetgebakerde taferelen zouden kunnen afspelen dan nu bijna honderd jaar geleden in d’Geelvinck. Over naar onze reporter ter plaatse…
« De discussie achteraf was geladen. De voorzitter kon de zaak nauwelijks in de hand houden. In een naschrift op de rede als brochure uitgegeven, vermeldt Van Eeden hoe hij werd afgevallen door een ‘ervaren volksmenner’, een ‘partijclown’ (hiermee bedoelde hij Herman Heijermans) en een gevoelige dichter, ‘zich opwindend voor de grootindustrie’ (Herman Gorter). Heijermans vooral toonde zich meer realist en verweet Van Eeden zijn ‘wolkerige redeneringen’ en ‘blauwe idealen’. Hij liet het zelfs niet bij de discussie ter plaatse. In zijn eigen tijdschrift ‘De Jonge Gids’ schold hij Van Eeden uit voor een bourgeois die van de eerste de beste bewuste arbeider de beginselen van het socialisme te leren heeft’. Hij noemde hem ‘het vlerkachtig-pedant, pervers-godjesachtig wezen Van Eeden’ en even verder: ‘dit armzalig keuteltje, dit blagerend poepje wil men ernstig te lijf ? Spot is in dit geval een nog te goed wapen.’ Tot Van Eedens troost kon gezegd worden dat dit de normale stijl was van ‘De Jonge Gids’. De rede zelf is geschreven in een inderdaad wat neerbuigend, wat pedant aandoende, gemakkelijke stijl, om het de arbeiders — de zaal was overigens meer gevuld met hoeden dan met petten — vooral niet te moeilijk te maken. »
Buiten het feit dat ik me nu afvraag om op 29 oktober ook een telling van de hoeden en de petten te houden, zit ik in twijfel over of ik iets van de inhoud van deze redevoering zou verklappen. Dat Van Eeden het goed bedoelde, staat buiten kijf. Dat hij een warhoofd was, evenzeer. Op zijn eigen typische manier haalt hij met gemak marxisme, christendom en zelfs confucianisme door elkaar en brouwt er een soepje van dat enkel maar naar hem kan smaken. Veel van Van Eedens werken smaken echter naar meer, dus het controversiële van zijn betoog kan enkel maar een aansporing zijn om Jaak Vissenaken zeker te komen beluisteren. Laten we alleen niet de acteur en de auteur verwarren. De duistere middeleeuwen waarbij de acteurs die de rollen van de « slechten » vertolkten door het publiek te lijf werden gegaan, liggen toch al enige tijd achter ons, zou ik zo denken.
Trouwens, nogmaals, geen kwaad woord over Van Eeden. De man raakte soms nauwelijks de grond (zelfs als arts had hij speciale belangstelling voor hypnose, parapsychologie, drugs e.d.) en in zijn bekende boek « De kleine Johannes » (ten onrechte vaak als louter « sprookje » afgedaan) blijkt dan ook heel duidelijk dat hij met het koele rationalistische denken en met het harde materialisme weinig van doen heeft — waardoor hij uiteraard bezwaarlijk als een boegbeeld van « dialectisch en historisch materialisme » zou kunnen gelden. Daarbij laat hij zich echter leiden door een warm gevoel dat men enkel bij kinderen en bepaalde kunstenaars aantreft (of zijn het: kunstenaars en bepaalde kinderen ?) en waardoor hij zich in menig naïef maar goedbedoeld avontuur heeft gestort. Had hij een jaar voor zijn toespraak in de Geelvinck niet naar het voorbeeld van Thoreau de idealistische kolonie Walden opgericht, die later zijn financiële ondergang zou worden?
Ach, dagdromers, ze mogen dan nog mijlenver van de « juiste politieke lijn » afdwalen (« geef mij de lijn eens, a.u.b. »), ze vertederen nog altijd ons gemoed. Na Vissenaken treden frele Russische turnstertjes op en nadien worden alle remmen losgegooid op de dansvloer: Van Eeden zelf had geen beter scenario kunnen bedenken.

Referentie
Ronny De Schepper, Waarvoor werkt gij? De Rode Vaan nr.43 van 1988

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.