Vandaag is het al tien jaar geleden dat Levi Stubbs, de legendarische leadsinger van The Four Tops is overleden.
Stubbs leerde op de middelbare school in Detroit Abdul “Duke” Fakir kennen. Beiden hielden ze van zingen en daarom besloten ze een groep te vormen. Ze vonden twee andere leden voor de groep in Renaldo “Obie” Benson en Lawrence Payton. Daarnaast maakte ook korte tijd Roquel Billy Davis deel van de groep uit. Dankzij diens verdiensten als songwriter werd de groep, die zichzelf de Four Aims noemde, een contract aangeboden door Chess Records. Daar veranderden ze hun naam in The Four Tops, omdat deze anders te veel op die van The Ames Brothers leek.
De groep bracht maar één single, “Kiss Me Baby”, bij Chess uit en die bleek niet succesvol te zijn. Daarna zwierven The Four Tops rond bij andere platenmaatschappijen, zoals Riverside Records en Columbia Records. Ook hier kenden zij met hun singles geen succes. In 1964, tekenden de Tops echter een platencontract met Motown en de eerste single, “Baby I Need Your Loving”, met Stubbs als leadzanger, was meteen een succes. Hierna hadden The Four Tops nog grote hits met nummers als “I Can’t Help Myself”, “It’s The Same Old Song”, “Reach Out, I’ll Be There” en “Bernadette”. In 1967 verlieten Holland-Dozier-Holland, de songwriters voor de Tops, Motown en meteen daarna droogden de hits voor de groep op. In 1970 hadden ze bij Motown nog een hit met “Still Water (Love)”, maar twee jaar later verlieten ze Motown, omdat ze gepasseerd werden door artiesten als The Jackson Five, Marvin Gaye, Diana Ross, Smokey Robinson en The Commodores. The Four Tops stapten over naar ABC Records. Bij hun nieuwe platenmaatschappij begon het goed. Ze scoorden hits met nummers als “Keeper Of The Castle”, “Ain’t No Woman Like The One I’ve Got” en “Are You Man Enough ?”, de titelsong voor de film Shaft in Africa, in 1972. John Shaft – vertolkt door Richard Roundtree – gold als de zwarte James Bond uit het begin van de jaren 70. Voor de Tops zeker zo belangrijk was dat Isaac Hayes bij de soundtrack voor de Shaft-films een grote rol speelde. Na deze top 10-hits ging het echter ook bergafwaarts en vertrok Levi Stubbs samen met de overige Tops naar Casablanca Records. Daar hadden ze in 1981 een hitje met “When She Was My Girl”. In 1983 keerden The Four Tops terug naar Motown. Er volgde een optreden samen met The Temptations. Dit werd een succes en The Four Tops traden op met Stubbs in de gelederen tot en met 2000. Toen moest hij stoppen met optreden vanwege kanker en diabetes. Zijn plaats bij The Four Tops werd ingenomen door Theo Peoples, een ex-lid van The Temptations.
Burgemeester Luc De Ryck van Temse meldde me op 12 maart 2010 het volgende: “Heb gisteren het optreden bijgewoond van The Temptations en The Four Tops in de Kon. Elisabethzaal in Antwerpen. De zaal was uitverkocht. Het was een retro avond, vrijwel volledig gevuld met hun oldies. Bij beide maakt nog één lid van de originele bezetting deel uit van de groep:
– The Temptations: Otis Williams, 68 j.
– The Four Tops: Abdul ‘Duke’ Fakir, 74 j.
Bij beiden is hun leeftijd hen niet aan te zien. Om lange verhalen kort te maken: ik heb ervan genoten. The Temptations benaderen dicht de originele groep. The Four Tops minder, omdat hun oorspronkelijke leadsinger Levi Stubbs NIET te vervangen is. Bij The Four Tops zingt de zoon van Lawrence Payton, Four Top die in 1997 overleed.
Uitzonderlijke detail: The Four Tops hebben onveranderd in dezelfde bezetting gezongen van 1953 (‘The Four Aims’) tot 1997 (overlijden Lawrence Payton) – 44 jaar, dat is uniek!! Levi Stubbs was sinds 2000 op non-actief en is in 2008 overleden. Ronaldo Benson overleed in 2005. The Temptations daarentegen hebben héééééééééél wat vervangingen gekend. Kortom: I enjoyed it.”
Zelf had ik over The Four Tops reeds in De Rode Vaan nr.17 van 1982 geschreven:
Nu ze weer in de top tien staan met « Don’t walk away » is het natuurlijk het geknipte moment om een verzamelelpee uit te brengen met de échte Motown-sound van The Four Tops. Net als het soul-label kende de groep z’n hoogtepunt tussen 1964 (« Baby I need your loving ») en 1968 (« Walk away Renee »). De eerste kant waarop deze periode wordt opgeroepen is dan ook superieur aan de B-kant, want weliswaar staan de nummers niet in chronologische volgorde maar toch werd op twee uitzonderingen na (« I’ll turn to stone » en « I’m a believer » uit 1967 staan op de B-kant) deze indeling wel aangehouden. Maar al valt de periode 1969-1972 (want daar houdt de verzamelaar op) wat tegen, toch is deze plaat met zo maar eventjes twintig nummers een regelrechte aanrader wegens de aanwezigheid van « Reach out I’ll be there », « Standing in the shadows of love », « Bernadette », « I can’t help myself », « The same old song » en andere monumenten uit de popgeschiedenis.