Morgen zal het precies 85 jaar geleden zijn dat de zwarte Amerikaanse blues- en jazz-zangeres Billie Holiday haar eerste plaat mocht opnemen. Dit gebeurde dankzij de steun van de blanke klarinettist Benny Goodman.

Billie Holiday (werkelijke naam Eleanora Fagan Gough) was de dochter van gitarist Clarence Holiday (1898-1937) en Sadie Fagan (1895-1945). Haar vader was dus zestien en haar moeder negentien toen zij geboren werd. De artiestennaam Billie ontleende de zangeres later aan Billie Dove, een actrice die zij bewonderde. De kindertijd van Holiday is in nevelen gehuld en ook het moment waarop zij begon met zingen staat niet onomstotelijk vast. Wat wel vaststaat, is dat zij in 1933 voor het eerst in de publiciteit kwam door een column in het blad Melody Maker, geschreven door producent John Hammond. Deze bracht haar in contact met Benny Goodman, die haar een platendebuut bezorgde met het lied Your Mother’s Son in Law.
Opvallend, alhoewel Benny Goodman één van de eersten (zo niet dé eerste was) om de rassenscheiding te doorbreken door samen te spelen met zwarte muzikanten, liet hij Billie Holiday niet met zijn orkest optreden, maar met een eigen groep uitsluitend bestaande uit zwarten. (Later zou hij wél opnames met haar maken.)
Het jaar daarop reeds maakte Holiday al furore in de New Yorkse jazzclubs, wat resulteerde in een optreden in het vermaarde Apollo Theater. Later speelde zij samen met Louis Armstrong, Duke Ellington, Count Basie, Artie Shaw, Ben Webster en natuurlijk vooral tenorsaxofonist Lester Young die haar de bijnaam “Lady Day” heeft gegeven en die zij op haar beurt the Prez (afkorting van President) ging noemen. De twee hadden jarenlang een verhouding, maar volgens één van de vele legendes die over Billie de ronde doen (en die zij vaak zelf in het leven heeft geroepen), zou de verhouding enkel “platonisch” zijn geweest. Jazz & drugs, jawel, maar geen “rock’n’roll”…
In de loop van haar leven begon Billie Holiday inderdaad steeds meer drank en drugs te gebruiken. In 1947 werd zij zelfs gearresteerd voor overtreding van het verbod op drugs, waarna zij een jaar doorbracht in een rehabilitatiecentrum. Alhoewel zij geen licentie meer kon verkrijgen om in New York op te treden, ging Holiday door met concerten geven. Tien dagen na haar vrijlating zong zij in een overvolle concertzaal in Carnegie Hall. Haar blijvende verslaving aan heroïne tastte wel haar stem aan, maar niet haar gevoeligheid en techniek. Uiteindelijk kostte deze verslaving haar in 1959 wel het leven.

Selectieve bibliografie
John Chilton, Billie’s blues, 1975.
Donald Clarke, Wishing on the moon: the life and times of Billie Holiday, Viking, 1993, 468 blz.
Billie Holiday, Lady sings the blues, 1956 (te verkrijgen als Rainbow Pocket).
Stuart Nicholson, Billie Holiday, Londen, Victor Gollancz, 1995, 311 blz.
Robert O’Meally, Billie Holiday: les multiples facettes de Lady Day, Editions Denoël, 1992, 208 blz.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.