Vandaag is het 25 jaar geleden dat in het kader van het Internationaal Filmfestival van Vlaanderen in de Gentse opera een dubbelconcert plaats had dat enerzijds een hommage wou brengen aan Bernard Herrmann en anderzijds de heropleving van de klassieke muziek (en dan meer bepaald de opera) via het gebruik van uittreksels in films in de kijker wil plaatsen. Bernard Herrmann is natuurlijk vooral bekend van zijn samenwerking met Alfred Hitchcock, waarbij zijn opdracht erin bestond met zijn muziek de toeschouwers nog méér de stuipen op het lijf te jagen. Het concert, gegeven door het BRTN-Filharmonisch Orkest, geleid door Frédéric Devreese (zelf componist van filmmuziek overigens), begon dan ook met de ouverture tot “North by Northwest”, gevolgd door fragmenten uit de “Psycho”- en “Vertigo”-suites. Tot slot van het onderdeel bracht het koor van het Lemmensinstituut de “Storm Cloud Cantate” uit “The man who knew too much”. Eigenlijk betreft het hier een werk van Arthur Benjamin, maar het is vooral bekend geworden in deze bewerking van Herrmann, waarbij de fameuze cymbalenslag een moordend schot moest verdoezelen. In deze cantate zit reeds een kleine solo voor de Antwerpse sopraan Rolande Van der Paal, maar zij komt nog meer aan bod in de aartsmoeilijke aria van Salammbô uit “Citizen Kane”.

Iedereen weet dat dit meesterwerk van Orson Welles op de eerste plaats een satire wou zijn op krantenmagnaat William Randolph Hearst. De mislukte operazangeres Susan Alexander waarnaar Welles verwijst, is dan ook diens vriendin Marion Davies. Zij stond onder contract bij MGM omdat alle MGM-films dan op goede kritieken konden rekenen in de bladen van Hearst. Al was Marion Davies geen slechte actrice, ze was wel een barslechte zangeres en Herrmann vond geen enkele aria uit het bestaande repertoire voldoende geschikt om dit tot uiting te laten komen. Daarom bedacht hij een opera rond “Salammbô“, het boek van Gustave Flaubert, en liet de actrice Dorothy Comingore daaruit een aartsmoeilijke aria zingen met de bedoeling dat ze het echt niet zou aankunnen. Rolande Van der Paal wist dus waaraan ze zich kan verwachten. Als lyrische coloratuursopraan ligt de aria echter beter in hààr mogelijkheden dan de lichte sopraan van Comingore.
Rolande Van der Paal volgde na een balletopleiding zanglessen bij Sylvain Deruwe (Antwerpen), Marianne Block (Amsterdam) en Ponteo Greotti (Gelsenkirchen). In 1979 werd ze aangeworven door de Opera voor Vlaanderen. Samen met Xenia Konsek behaalde ze een prijs in de belcantowedstrijd van de BRT (1986), waarna we haar aan het werk konden horen maar ook zien (want laten we die factor niet uit het oog verliezen) in o.a. “La Bohème” (1986) en “De man van La Mancha” (O.V.V.), “L’Amant Statue” van Dalayrac, een 18de eeuwse componist die in een Dallas-kleedje (eigenlijk ont-kleedje) werd gestoken door Transparant in 1989, een gezelschap waarvoor ze ook optrad in “L’oca del Cairo”. In Frankrijk (vooral in Dijon) zong ze de koningin van de nacht in “Die Zauberflöte”, Elvira in “I Puritani” en de titelrol in “Mireille”. In Nederland was ze Amina en Odabella in concertante versies van resp. “La Sonnambula” en Atilla”. Verder was ze te horen in “The hunting of the snark” en “Parade” (Oud Huis Stekelbees), “La Rondine” en “Parsifal” (Vlaamse Opera) en zelfs als zangeres van de New Beat groep Danse Macabre, waarmee ze nog de top tien in Duitsland heeft gehaald. Op het ogenblik dat ik dit schrijf geeft ze ook les aan het Muziekconservatorium van Gent als assistente van Mireille Capelle.
In het tweede deel van het concert zong ze de bekende aria “Ebben? Ne andro lontana” uit “La Wally” van Catalani, die bij het begin van de film “Diva” van J.J.Beineix wordt gezongen door de diva in kwestie. Daarna zong ze ook nog de concertaria “Alcandro lo confesso” van Mozart, bekend uit de Belgische film “Le maître de musique”. Filmliefhebbers herinneren zich wellicht dat José Van Dam tijdens deze aria zijn leerlinge voortdurend van de wijs tracht te brengen, tot ze effectief ook stopt met zingen. Dàn verwijt hij haar dat ze niet voldoende geconcentreerd is. Aangezien dit soort dingen Rolande blijkt te liggen, was ze eind ’94 te horen in het project “De opera” van Ignace Cornelissen, dat als uitgangspunt de vrouw achter figuren als Marcos en Ceaucescu neemt, die wenst dat over haar man een opera wordt geschreven. Dat gebeurt dan ook met muziek van Piet Slangen (gebracht door een trio waaronder pianist en violist René Van Hove) en met verder o.a. nog tenor Joris Bosmans en bas Marc Meersman. Er bestaat een versie voor kinderen en één voor volwassenen. In april ’95 was ze “ein Friedensbote” in “Rienzi” (VLO). Daarna verlies ik ze voor een tijdje uit het oog, tot ze plotseling in 2005 weer opduikt in de toneelproductie van “Amadeus”.

Ronny De Schepper

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.