Vandaag wordt een andere Britse acteur, Jeremy Irons, zeventig jaar. Hij won een Academy Award voor zijn hoofdrol in Reversal of Fortune, maar ikzelf herinner mij hem vooral in The Mission (foto).
Jeremy Irons kreeg zijn acteeropleiding in Bristol. In 1971 verhuisde hij naar Londen waar hij tegenover David Essex speelde in Godspell. Na diverse rollen voor de Britse televisie, maakte hij in 1980 zijn filmdebuut in Nijinsky.
Hij werd bij ons bekend toen hij in 1981 Charles Ryder speelde in de televisiebewerking van Brideshead Revisited van Evelyn Waugh. Hierin speelde hij opnieuw samen met Anthony Andrews, met wie hij zeven jaar eerder in The Pallisers speelde. In hetzelfde jaar speelde hij in de film The French Lieutenant’s Woman.
In 1984 debuteerde hij op Broadway in The Real Thing, waarin hij speelde met Glenn Close. Voor zijn rol kreeg Irons een Tony Award. In 1986 speelt hij het centrale personage van “The Mission”, een film van Roland Joffé. Vader Gabriel is losjes gebaseerd op de heilig verklaarde jezuïet Roque González de Santa Cruz. Hij stichtte een missie in het Zuid-Amerikaanse oerwoud om de plaatselijke Guaraní-indianen te bekeren tot het christelijke geloof. Een Spaanse huursoldaat en slavenhandelaar, Rodrigo Mendoza (Robert De Niro), voegt zich later bij hem; Mendoza ziet de missie als een veilige schuilplaats en een plaats waar hij vergiffenis voor de moord op zijn broer kan zoeken. Samen proberen ze de missie te verdedigen tegen Portugese koloniale troepen, Gabriel met geweldloze middelen en Mendoza met militaire middelen. Uiteindelijk wordt de missie veroverd en vernietigd door Portugese troepen, waarbij de jezuïetenpriesters en vele Guaraní’s vermoord worden. Mendoza sterft tijdens een poging om een groep Guaraní-kinderen te redden. Pater Gabriel sterft als hij met het heilig Sacrament in zijn handen de troepen tegemoet loopt. Ook de Guarani’s die hem in processie volgen worden neergeschoten. The Mission won de Gouden Palm op het filmfestival van Cannes. De film werd ook bekroond met de Oscar voor beste camerawerk (Chris Mengest). Dat komt o.m. tot uiting in de fameuze scène met de waterval. De muziek in de film werd gecomponeerd door Ennio Morricone.
In 1988 volgt “A chorus of disapproval” van Michael Winter naar het toneelstuk van Alan Ayckbourn: Jeremy Irons speelt hierin Guy Jones, een schuchtere, nogal zenuwachtige weduwnaar. Hij woont en werkt in een klein kuststadje en om zijn eenzaamheid te breken, beslist hij zich aan te sluiten bij de lokale toneelvereniging. De regisseur David Llewellyn (Anthony Hopkins) is een advocaat, die getrouwd is met Hannah (Prunella Scales). Al snel begint Guy een verhouding met haar…
Datzelfde jaar levert hij een straffe prestatie af als de identieke tweeling Beverly en Elliot Mantle in “Dead Ringers” (*) van David Cronenberg. De film is losjes gebaseerd op het verhaal van de Amerikaanse tweelingbroers Cyril en Marcus Stewart, waarover Peter Greenaway reeds A Zed & Two Noughts (1985) had gedraaid. The two were found dead in their apartment on the Upper East Side of Manhattan. Their deaths were due to withdrawal from barbiturate addiction. The story is told in the novel “Twins” by Bari Wood and Jack Geasland (published 1977). In de film verleidt de agressievere Elliot vrouwen die naar hun gynecologische kliniek komen om ze vervolgens “door te geven” aan zijn meer bedaarde broer Beverly. De betrokken vrouwen hebben niet door dat ze met een andere persoon te maken hebben. Wanneer de actrice Claire Niveau (Geneviève Bujold) erachter komt hoe de vork aan de steel zit zet ze evenwel haar relatie enkel met Beverly voort, wat het evenwicht tussen de broers verstoort en tot de dramatische afloop leidt. Initially, Jeremy Irons had two separate dressing rooms and two separate wardrobes which he would use depending on which character he was playing at the time. Soon he realized that “the whole point of the story is you should sometimes be confused as to which is which,” after which he moved to a single dressing room and mixed the wardrobes together, and found an “internal way” to play each character differently, using the Alexander technique to give them “different energy points,” which gave them slightly different appearances.
In 1991 won Irons dus een Oscar voor zijn rol in Reversal of Fortune. “Reversal of fortune” (1990) vertelt het reële verhaal van Claus en Martha von Bülow. In 1980 geraakte deze laatste in een coma, mogelijk nadat haar man Claus haar een overdosis insuline had ingespoten (ze leed aan hypoglycemie). In 1982 werd hij alvast tot dertig jaar cel veroordeeld, maar in 1985 werd hij weer vrijgesproken. De twee kinderen van Martha (die in de omgang Sunny werd genoemd) uit een vorig huwelijk hebben altijd volgehouden dat hun stiefvader schuldig was. Sunny overleed pas in december 2008, zonder ooit bij kennis te zijn gekomen. In de film worden de rollen vertolkt door Jeremy Irons en Glenn Close.
In 1993 volgde “The house of spirits” van Bille August naar de roman van Isabel Allende. Ondanks (of misschien juist wegens) de aanwezigheid van een massa grote namen (Meryl Streep, Glenn Close, Jeremy Irons, Winona Ryder en Vanessa Redgrave) was dit een enorme flop. Een andere film uit dat jaar is “M.Butterfly” van David Cronenberg met Jeremy Irons in de rol van René Gallimard, een man die door zijn liefde voor de Chinese diva Song Liling (**) in een spionagecomplot in het China van 1964 terechtkomt. Aangezien de rol van de diva wordt gespeeld door John Lone (bekend uit “The last emperor”) lijkt dit op het eerste gezicht onwaarschijnlijk maar het verhaal is zowaar op waar gebeurde feiten gebaseerd (de Franse diplomaat Bernard Boursicot ontdekte pas op het proces twintig jaar later dat Shi Pei Pu een man was!). Het eigenlijke thema is “East is east and west is west and never the twain shall meet”. Gebaseerd op een toneelstuk van David Henry Hwang is het een intiem werkstuk geworden, dat nogal toneelmatig is gebleven, vooral omdat Barbara Sukowa als Jeanne Gallimard een beetje op de achtergrond blijft, net als Ian Richardson als Toulon. De rol van Irons doet een beetje aan die in “Damage” denken, waarin ook politiek en seks worden vermengd, maar als flegmatieke Engelsman slaagt hij er niet in het passionele van de Fransman weer te geven. Maar wat in “Damage” op die manier juist een interessante tegenstelling was (het was de Franse Juliette Binoche die het vuur aan de lont stak), is hier nu net een belemmering. Hoe was trouwens het werken met Jeremy Irons werd er aan Juliette Binoche gevraagd…
“Hij heeft een heel andere stijl van acteren dan ik en dat was bewust zo gewild door de regisseur Louis Malle. Ik ben heel impulsief, ik creëer graag op het moment zelf. Jeremy daarentegen is een acteur, die veel informatie wil over het personage dat hij moet vertolken. Eens hij die informatie heeft, springt hij daar echter heel creatief mee om, bouwt hij zijn eigen personage op.”
Wat ze eigenlijk wil zeggen is dat ze elkaar niet konden luchten. “Er was natuurlijk een kans dat het niet zou lukken, dat de magie er niet zou zijn, dat het wonder niet zou gebeuren. Maar ik vind dat de coup de foudre toch geloofwaardig overkomt in de film. En dààr was het Louis Malle vooral om te doen.”
Men zegt wel eens dat Louis Malle het verhaal opzettelijk heeft laten herschrijven naar een Engelse diplomaat toe, omdat hij vindt dat Engelsen het moeilijk hebben met het uiten van hun gevoelens. De ‘stiff upper lip’, weet je wel. Hiervan ben ik echter niet meer zo zeker, nadat ik vernam dat de Britse koninklijke familie het boek van Josephine Hart reeds mee op vakantie nam, nog voor er van de film enige sprake was…
In de V.S. kreeg “Damage” een strengere restrictie dan “Basic Instinct” omwille van de erotische scènes, maar zelfs dat mocht niet baten: de critici vonden het niet opwindend genoeg. Toegegeven, het betreft hier geen bizarre toestanden, maar regisseur Louis Malle is er toch verbazend goed in geslaagd om de seksuele opwinding b.v. in de gezichten weer te geven. Aangezien Irons een minister speelt, zorgde de politieke actualiteit in Vlaanderen onvrijwillig voor een extra-attractiepunt. In de film komt b.v. een passage voor die onwillekeurig doet denken aan het “incident” Chevalier in Parijs…
Irons sprak in 1994 ook de stem in van de slechterik Scar in de animatiefilm The Lion King. Hij werd merkwaardig genoeg voor deze rol gekozen omwille van zijn Oxford English. In de Nederlandse versie werd dat dan “vertaald” naar Vlaams.
In “Stealing beauty” van Bernardo Bertolucci (1996) brengt Liv Tyler (de dochter van Aerosmith-zanger Steve Tyler) het hoofd op hol van een aantal oude knarren zoals Jeremy Irons en zelfs Jean Marais.
In 1997 was hij te zien in Vladimir Nabokovs Lolita met de veertienjarige Dominique Swain. Zij werd voor een aantal scènes wel door een stand-in vervangen, maar dat belette niet dat de film in de VS de gevestigde bioscoopzalen niet kon halen. Regisseur Adrian Lyne heeft immers meer dan dertig jaar na Stanley Kubrick een iets meer “gekruide” versie gedraaid, maar dat was ook niet moeilijk want Kubricks film was “ijskoud” (“If I realised how severe the limitations were going to be, I probably wouldn’t have made the film,” verklaarde hij achteraf). Met andere woorden, denk maar niet dat u veel van het lijf van zelfs de stand-in te zien krijgt. Het blijft bij suggestie. Al wordt er nu wel degelijk seks gesuggereerd (zelfs in diverse standjes), terwijl die in het boek en in de film van Kubrick bijna afwezig is.
Anderzijds wordt Lolita ook als een onuitstaanbaar Amerikaans joch afgeschilderd, wat alle erotische aantrekkingskracht vakkundig weghaalt als men niet totaal geschift is. Toch is dit niet voldoende voor de kruisvaarders. Zelfs actrice Sue Lyon (Kubricks Lolita) heeft zich aan hun kant geschaard. Haar Hollywood-leven van seks, drugs en echtscheidingen wijt ze immers aan haar optreden in deze film. Ja, het is soms moeilijk in de spiegel te kijken en de waarheid onder ogen te zien…
Het scenario werd geschreven door Stephen Schiff van The New Yorker (bij Kubrick gebeurde dit nog door Nabokov zelf), nadat scripts van bekende schrijvers (o.a. Harold Pinter) werden geweigerd. Ook dat van David Mamet. “Wat scheelt eraan?” vroeg Mamet aan producer Richard Zanuck. “You made the guy look like a paedophile!” was het verrassende antwoord en eigenlijk wordt dit bijgetreden door vertolker Jeremy Irons, die zegt: “I understand that paedophiles in the main believe that the children want it. But Humbert knows that he’s ruining her childhood.”
Dit was in Time Out van 22/4/1998 en in datzelfde interview maakte Irons zich druk over het feit dat hij enkel reeds voor het vertolken van de rol als zodanig kritiek kreeg in de Verenigde Staten: “Somehow America seems to think that if you show something on the screen it’s allowable. I think you have to be of pretty low intelligence to believe that. And yet they will allow films with horrendous violence that shock me, such as Reservoir Dogs. Ghastly!”
Dat jaar speelde hij ook de rol van Aramis in “The man in the iron mask” van Randall Wallace. In the original book by Alexandre Dumas, the motives of Bishop Aramis are far less noble than those portrayed in the film. In the story, Aramis plots to replace Louis with Philippe as part of a master plan to have Philippe appoint Aramis as cardinal, and an eventual candidate for Pope. Aramis also has hopes to stack the Louis cabinet with allies leading to further power and a possible appointment of Aramis as prime minister.
In 2003 speelde hij in de parodie Harry Potter and the Secret Chamberpot of Azerbaijan. Deze korte aflevering was gemaakt voor Comic Relief. In 2013 was er “Night train to Lisbon” by Bille August about an aging Swiss professor of classical languages (Jeremy Irons) who, after a chance encounter with a Portuguese woman (Sarah Spale-Bühlmann), quits his job and travels to Lisbon in the hope of discovering the fate of a certain author, a doctor and poet (Jack Huston as Amadeu) who fought against Portuguese dictator Antonio de Oliveira Salazar. There are some language issues in the movie that one could take as goofs. But in fact the movie takes English as a convention. The option to maintain Portuguese where logical would had made it a Portuguese-spoken film trough the entire flashback and even some present scenes. So, all the characters speak English, even if they should speak Portuguese, or German. The reference to their actual language is made trough their accents. That’s why most of the actors playing Portuguese – even Brits – speak English with an effort to have the typical Portuguese accent.
In 2016 was Irons haast onherkenbaar in de gedaante van Avery Brundage in de film “Race” van Stephen Hopkins over het leven van Jesse Owens. Datzelfde jaar was hij ook te zien in een cameo-rolletje als de Secretary of War in “Their finest” van Lone Scherfing.
Op privévlak huwde Irons in 1978 de Ierse actrice Sinéad Cusack, officieel zijn tweede echtgenote. Hij trouwde in 1969 al eens met Julie Hallam, een huwelijk dat het stel direct daarna weer liet ontbinden. Irons kreeg met Cusack op 16 september 1978 zoon Samuel Irons en op 17 oktober 1985 zoon Maximilian Irons. Beiden speelden een rol in films waarin ook hun vader acteerde.
In 2002 kocht Irons Kilcoe Castle in County Cork, Ierland. Hij liet het kasteel roze verven, tot begrijpelijke ergernis van omwonenden.
Ronny De Schepper
(*) A dead ringer is a person or thing that looks very like another: “He is a dead ringer for his late papa”.
(**) Michelle Couture zong “Madame Butterfly” in de film “M.Butterfly”, als Jeremy Irons in Parijs naar een voorstelling gaat kijken. Als hij thuis een plaat draait is het de versie van Herbert von Karajan met Mirella Freni, maar wie was de stem van John Lone?