Vandaag is het vijftig jaar geleden dat George Harrison aan Eric Clapton vroeg om de gitaarsolo te spelen van “While my guitar gently weeps”.
Aanvankelijk weigert Clapton uit ontzag voor The Beatles, maar uiteindelijk zal hij toch toehappen. Later (in 1971) zou hij ook een memorabele versie van “While my guitar gently weeps” spelen op het Concert for Bangla Desh, een samenwerking die George later tot “Savoy truffle” inspireerde, aangezien Clapton zo’n zoetekauw is. En blijkbaar lustte hij nog wel wat zoets, want tijdens hun samenwerking probeerde hij er met Georges vrouw Patti Boyd vandoor te gaan (George had haar leren kennen in maart 1964, tijdens de opnames van “A hard day’s night”). Naar verluidt had Patti wel eerst Clapton verleid opdat George opnieuw wat meer aandacht aan haar zou schenken. Toen dat lukte, liet ze Clapton vallen als een steen en daaraan hebben we dan weer “Layla” te danken van zijn nieuwe groep Derek and the Dominoes. De piano-partij is eigenaardig genoeg van drummer Jim Gordon, die oorspronkelijk van plan was deze improvisatie als afzonderlijk nummer op zijn eigen solo-elpee te zetten. Samen met de dood van Jimi Hendrix, waarvoor Clapton de grootste bewondering had, leidde deze afwijzing naar eigen zeggen tot de heroïneverslaving van Clapton. Ze zou vier jaar duren en op een bepaald moment moest hij zijn gitaren verkopen om aan zijn behoefte te voldoen. In 1977 zou Clapton met het alweer aan Patti opgedragen “Wonderful tonight” uiteindelijk toch Patti van George kunnen losweken. Ze trouwden in 1979.