Het is al vijftien jaar geleden dat de Duitse actrice Eva Pflug is overleden. “Eva Pflug,” zal u zeggen, “moet ik die dan kennen?” Wel, “Das Raumschiffes Orion” heette de serie en Eva Pflug droeg een page-kapsel, een rokje tot net boven de knie en een spannend truitje. En wijle weg. Elke woensdagnamiddag voor het BRT-scherm. Met de voetbal onder de nog zwetende oksels. Ja kalverliefde was het wel, zou Robert Long vroeger of later zingen.

Buiten Eva Pflug (bij haar overlijden moest ik vaststellen dat ze bijna even oud was als mijn moeder!) herinner ik er mij niet veel meer van. De mislukte trucage bij het opstijgen van het ruimteschip uit het water, ja, en ook een merkwaardig soort muziek dat de dansmuziek uit het jaar 1984 of 2001 moest voorstellen. De acteurs en actrices die blijkbaar geregeld een fuif gaven in Orion (je moet toch iets doen tussen het bezoek aan twee planeten door) bewogen er robotachtig op en alhoewel Eva Pflug op het einde van zo’n melodietje (?) steevast op de schoot van Dietmar Schönherr belandde, vond ik het allerminst een prettig vooruitzicht.
Het gekke is nu dat vier Duitsers, die rond die periode ook nog tegen de bal stampten, nooit over hun kalverliefde voor mooie Eva heen gekomen zijn en daarmee nu al jaren aan een stuk platen vullen. Met dus van die “dansmuziek” waar Eva week van werd. Kraftwerk hebben ze zichzelf in een overmoedige bui gedoopt en op producten (de vlag heeft nooit een juistere lading gedekt) als “Computer world”, slingeren ze boeiende meesterwerken de lucht in zoals “Pocket calculator”, “Computer love”, “Home computer”, “It’s more fun to compute” en “There’s no business like computer-business”.
Aangeraden om te beluisteren bij het opwarmen van een diepvriesmaaltijd en om je wekker op gelijk te zetten.
Kraftwerk ligt volgens velen aan de oorsprong van de zogenaamde Neue Deutsche Welle. Het spectrum is echter breed. Sommigen kiezen een Engelse naam, zingen uitsluitend in het Engels en enkelen hebben zelfs een Amerikaanse zanger voor de dansvloernummers. Anderen komen uit voor hun Duitse identiteit en rappen in het plat-Duits. De Fantastischen Vier, Fettes Brot of Tic Tac Toe hebben het over kapotte relaties, drugverslaving, de generatiekloof en slecht weer.
Duitse rap heeft zich tot een eigen jeugdcultuur ontwikkeld“, zegt zanger Smudo van de Fantastischen Vier. Hij heeft het over de “ontdekking van de eigen taal” en de “prikkel van de demystificatie van Engelse rap-teksten“.

Peter Krauss

Het is niet de eerste keer dat Krautrock aan een revival begint. Na de oerperiode met tieneridolen als Peter Kraus (foto) en Conny Fröboes, brachten in de late jaren zeventig popsterren als Johnny Rotten of David Bowie openlijk hulde aan de Duitse muziek. Daarnaast vond de minimalistische aanpak een erfgenaam in de experimentele new wave van de vroege jaren tachtig en was het gebruik van electronica de basis van de electro-tak binnen hiphop.
Al medio jaren zeventig had Tangerine Dream zijn avant-gardistische avonturen uit de begindagen laten varen en werd de muziek melodischer, zoeter, sentimenteler. Nieuw, zo bleek tijdens hun concerten, waren de technobeats die er sporadisch bij worden gesleurd. En die liefde is wederzijds. In 1994, toen ambient in het dansmilieu zijn opmars maakte, werd Tangerine Dream tot de “peetvader” ervan uitgeroepen. Ambient, dat was dansmuziek waarin de beats omgeruild werden voor rustgevende klanklandschappen.
Maar ook de nieuwe dansmuziek (techno, triphop, drum’n’bass) voelt zich verwant. Zonder Kraftwerk was in Detroit de techno nooit geboren.
Kraftwerk start in 1968, wanneer architectuurstudent Ralf Hütter en conservatoriumstudent Florian Schneider gaan samenwerken onder de naam The Organisation. Met behulp van technische snufjes maken ze electronische dansmuziek in hun eigen Kling Klang Studio aan de rand van Düsseldorf. Pas in 1974 komt de erkenning met single en elpee “Autobahn” en daarna volgen onder meer synthesizerelpees als “The Man Machine”.
“Tour de France” is another song by Kraftwerk, first issued in June 1983 and peaking at number 22 in the UK singles chart. For Kraftwerk, “Tour de France” was a departure from the technological tone of the two previous albums, The Man-Machine and Computer World. Instead, the song is a joie de vivre celebration of cycling, marking the group’s increasing interest in the sport. Of the current line-up, Ralf Hütter and Fritz Hilpert have been known to take part in cycling events. The sleeve design depicted the band on road bikes in a paceline, superimposed across an angled representation of the French national flag. In 1999, the recordings were digitally remastered and released yet again, this time as a CD and a twelve-inch single, with a slightly modified version of the original cover design: the faces of former members Karl Bartos and Wolfgang Flür, who had left the band by 1999, were replaced by faces presumably representing current members Fritz Hilpert and Henning Schmitz. The video itself was re-edited to remove sequences showing the 1983 incarnation of the band and now comprised only archive footage of Tour de France cyclists, such as the Italian champion Fausto Coppi and the French champion Jacques Anquetil. A completely new recording was made for the 2003 album Tour de France Soundtracks, based on the original 1983 arrangement.
Conclusie: Kraftwerk heeft onmiskenbaar een grote invloed gehad in Engeland, waar groepen als The Human League en Depêche Mode dat ook grif toegeven.
Wij behoren tot de eerste na-oorlogse generatie in Duitsland“, zegt Holger Czukay van Can, een andere vergelijkbare groep. “Dat gegeven is niet onbelangrijk. De oorlog had in Duitsland veel vernietigd, ook onze cultuur. Na de oorlog werd West-Duitsland bovendien overspoeld door Amerikaanse populaire cultuur. Ook Duitse muziekgroepen copieerden hun Amerikaanse voorbeelden. Toen wij in de late jaren zestig met muziek begonnen, was dat de eerste ker dat de Duitse identiteit in muziek opnieuw benadrukt werd.”
Toen hij in 1967 begon met Can, was hij de dertig al voorbij, net als de drummer en toetsenist van de groep, Jaki Liebezeit en Irmin Schmidt. Hoogst ongebruikelijk voor een popgroep. Nog ongebruikelijker was hun achtergrond. Liebezeit timmerde aan een carrière als freejazz-drummer, terwijl Czukay en Schmidt studeerden bij Karlheinz Stockhausen, de Duitse serialist die aan de wieg stond van de experimentele electronische muziek. Czukay gaf in die tijd ook gitaarles in een muziekschool. Een van zijn leerlingen, de 19-jarige Michael Karoli, leerde hem The Velvet Underground kennen. Czukay zag een uitdaging om avant-garde en rock met elkaar te verzoenen. Hij trommelde zijn vrienden samen, kocht een basgitaar en Can was een feit.
Uitvinders van de sample willen ze niet genoemd worden: “Alle waarnemingen zijn samples, monsters of uitsnijdingen van de werkelijkheid. We vinden allemaal fragmenten van de wereld, die we al dan niet hergebruiken. De meeste geluiden hebben we geërfd van anderen“.
Irmin Schmidt stak ooit zijn licht op bij John Cage: “Hij ontving dikwijls muzikanten in zijn woning. Dan deed hij enkele proefnemingen. Bijvoorbeeld door het raam te openen. Zo werden de gasten bewust van geluiden, die ze aanvankelijk niet eens hadden opgevangen. Hij had volkomen gelijk toen hij bevestigde dat alles als muziek kan worden ervaren“.
Volgens Schmidt vangen we de klanken rechtstreeks uit de lucht op: “Niet de gitaar of de viool creëert de muziek, wel de energiestromen. De uitvoerder kan die alleen maar zintuigelijker maken. Wij probeerden op de scène het proces van het componeren te veruiterlijken. Dat is dus heel wat anders dan improviseren! Wie goed naar onze opnames luistert ontsluiert zelfs montageprocédés. Nooit werkten we volgens een vooropgezet plan. In ‘Melody Maker’ beschreef men onze stijl toen als post-rock. De musici van de jaren tachtig hebben onze vroegere technieken verfijnd“.
Minimalisme is het uitgangspunt en strakke, op funk geënte ritmen de basis. Daarop gedijen verregaande electronische experimenten, het charmante geluid van allerlei zelfgemaakte instrumenten en soms ook etnische klanken. Voor Can is de verticale ontwikkeling van een nummer belangrijker dan de horizontale: niet de songstructuur telt, wel de wisselwerking tussen verschillende muzikale lagen.
Het menselijke kan in muziek veel vernietigen. Zeker als je doorzichtige statements gaat verkondigen. Muziek moet op zichzelf staan, en daarom moet je jezelf reduceren. Afzien van het uitdrukken van “hoogstpersoonlijke” emoties, van het streven naar virtuositeit of van je grillen als componist om het hele creatieproces in handen te willen hebben. Enkel dan kan interactie ontstaan en groeit er iets interessants uit groepsspel. Inhumane muziek dus.
Eindeloze muziek, zonder dat er een definitieve versie bestaat. Net zoals bij Internet: een afgewerkt produkt op Internet zetten, doe je alleen als je niets van het Net begrijpt. Het is een oneindige stroom en dat is wonderbaarlijk
“.
De eerste nieuwe Duitse groep in de schijnwerpers is wel de Deutsch-Amerikanische Freundschaft geweest, ook meteen bestempeld als een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de moderne Europese dansmuziek. 1979 en D.A.F. bestaat nog uit vijf muzikanten: het duo Robert Görl en Gabi Delgado-Lopez plus wisselende leden die we nadien in groepen als Der Plan en Fehlfarben zullen terugvinden. Het succes volgt pas wanneer D.A.F. tot een duo is teruggebracht en in Londen de attentie van de “progressieve” alleslusters opraapt en elpee “Alles its gut” (1981) met hitsingel “Der Mussolini” mooie verkoopcijfers haalt. D.A.F. maakt minimale muziek met de nadruk op de electronica, de discobeat en de Reingold is in België de bekendste Duitse groep dank zij singel “Dreiklangdimensionen”. “Duitse synthetische schlager die Shadows, Ennio Morricone, Kraftwerk, Mike Oldfield en Udo Lindenberg in één verenigt“, schreef onze man over elpee “Rheingold” en gelijk heeft hij. Rheingold is een project van Bodo Staiger, die in 1970 al samenwerkt met drummer Karl Bartos van Kraftwerk, waaruit de jazzrockgroep Sinus ontstaat. In de zeventiger jaren volgt hij een opleiding aan het conservatorium in Düsseldorf, maakt twee elpees met jazzrockband Lilac Angels, tot hij zich in 1980 omdoopt tot R. Staiger, en speelt ook de hoofdrol in de film “Der Fan”, waar hij bovendien de muziek voor heeft geschreven. “Der Fan” is een Te Mijden film over een jong meisje (gespeeld door Désirée, presentatrice van Musik Box) dat haar favoriete zanger uit liefde letterlijk opvreet. Voor de Fehlfarben tenslotte komt ook uit Düsseldorf, dat één van de voornaamste centra van de “Deutsche Welle”, is. Fehlfarben speelt zeer ritmische en rockende pop met intelligente songteksten in een verstaanbare nieuwe Duitse rocktaal. De eerste singel is het waanzinnige ska-nummer “Ich maxi”, maar al snel zoekt de groep een eigen “Gegenwartsklang”, een uitloper van de vroegere activiteiten van de verschillende groepsleden in D.A.F., Der Plan, Mipau. Dat resulteert in eerste elpee “Monarchie und Altag”, misschien wel de sterkste langspeler uit de hele golf. BIj de tweede elpee, “33 Tage in Ketten”, is zanger-songschrijver Peter Hein er niet meer bij en gitarist Thomas Schwebel heeft het aanvankelijk moeilijk om die rol over te nemen. De elpee wordt te snel na de split opgenomen en is dan ook aanzienlijk minder dan de eerste. Tegenwoordig bestaat Fehlfarben uit een kern van Thomas Schwebel, Uwe Bauer en Uwe Jahnke, aangevuld met een aantal gastmuzikanten. En de nieuwste Fehlfarben-EP “14 Tage/Es Geht Voran” levert weer hoop voor de toekomst: meer funkgetinte dansmuziek met immer uitstekende teksten.
Wie het kleine niet geert, is het grote niet weerd en wie ergenis geeft aan deze kleinen, het ware beter dat hij met een molensteen om de hals in het vervuilde Scheldewater wierde geworpen. Daarom besteden we ook aandacht aan de Duitse groep Die Doraus und die Marinas.
Die Doraus und die Marinas zijn de 17-jarige Andreas Dorau en vijf schoolmeisjes, tussen 11 en 14 jaar oud. Hun single “Fred Vom Jupiter” is bij Mute gekomen via het Duitse onafhankelijke Ata Tak label.
Andreas Dorau raakte tijdens zijn schoolperiode geïnteresseerd in het electronische pop-label Mute, nog ten tijde van The Silicoon Teens. Achttien maanden geleden contacteerde hij Daniel Miller voor een interview in het Duitse blad Sounds.
De idee voor “Fred Vom Jupiter” kreeg Andreas tijdens muzieklessen op school. Hij maakte een paa demo-bandjes en huurde een studio om de uiteindelijke single af te werken. Toen hij “Fred Vom Jupiter” uitbracht bij Ata Tak, het Duitse label dat nog verantwoordelijk is geweest voor onder andere de debuutelpee van D.A.F., contacteerde hij opnieuw Daniel Miller en drukte zijn wens uit om de single voor de rest van de wereld te releasen bij Mute. Daniel hield van “Fred Vom Jupiter” en gaf zijn akkoord.
Andreas heeft nu de school verlaten en werkt bij een petrochemisch bedrijf vlak bij zijn thuis in Hamburg. Hij trad al occasioneel op met de Marinas, maar dan wel in een andere bezetting. De originele Marinas zitten immers og op de schoolbanken en kunnen hun studies niet opzij zetten om met de groep aan te treden.
Dorau bracht vóór “Fred Vom Jupiter” al een single uit, die heette “Sommer Im Dornrosenthal”, een instrumentaal nummer uitgebracht op het Zick Zack label.
Wat die concerten precies gaan worden, weten we afgaande op die ene single niet want zelfs de keerzijde (“Even home is not nice anymore”) is maar wat electronisch gepiep.
Een groep die zich helemaal niks aantrok van die Neue Welle, maar die wel in dezelfde periode de hitparade bestormde met “Skandal im Sperrbezirk” (1981), was The Spider Murphy Gang, genoemd naar het personage uit “Jailhouse rock”. Zij worden soms (zoals onlangs nog in de Gazet van Antwerpen) verwisseld met een gelijkaardige groep uit dezelfde periode, Geier Sturzflug, maar het grote verschil is dat Spider Murphy vooral seks als onderwerp heeft, terwijl de Sturzflug het over de sociaal-politieke boeg gooit, vooral met hun grootste hit “Jetzt wird wieder in die Hände gespuckt” uit 1983.
Het grootste uithangbord van de Neue Deutsche Welle was echter Nena. Haar carrière werd een eerste keer onderbroken, niet alleen omdat ze een kind kreeg, maar vooral omdat dat kind dan ook nog gehandicapt bleek te zijn. Daarvoor zette ze haar carrière onmiddellijk stop, wat uiteraard zeer menselijk en prijzenswaardig is, maar vooral niet vol te houden. Toen ze in de zomer van 1992 opnieuw opdook met een flauwe meezinger, moest de erotiek echter meer van de haar omringende dansers en danseressen uitgaan dan van haarzelf, alhoewel ze er zeker niet slecht uitzag. Maar de magie was weg.

Ronny De Schepper
(met heel veel dank aan Eddy De Saedeleer)

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.