Op zaterdag 27 juni 1998, heb ik dan toch nog eens een brief geschreven aan Guy Mortier, na diens oproep in Humo voor een eindredacteur…
“Uiteraard ben ik er ook weer bij,” schreef ik. “Niet zozeer omdat ‘de aanhouder wint’ (want dat denk ik nu juist niet), maar veeleer omdat nu ook de mogelijkheid geboden wordt om in dienst te treden als eindredacteur. Niet alleen heb ik deze job een jaar of tien uitgeoefend bij De Rode Vaan, met mijn vorming als germanist en vooral met mijn beperkte ambities ben ik daarvoor de geknipte man.
Met die ‘beperkte ambities’ bedoel ik dan dat alle wonderknaapjes wel op de job van ‘sterreporter’ zullen willen springen, zoals Marc Didden mij dat in 1975 (Reeds! zou wijlen Sjef Van Oekel zeggen) voorspiegelde. ‘En zo hoort het ook,’ zou ik nu weer Godfried Bomans (*) kunnen citeren. Jonge wolven moeten huilen onder de volle maan. Grijze muizen zullen in de anonimiteit dan wel de dt-fouten uit hun overigens schitterende stukken halen.
Destijds nam Marc mij (wellicht terecht) kwalijk dat ik toen al ‘grijze muis’ wou spelen, maar op 46-jarige leeftijd ga je nu toch niet meer van mij verwachten dat ik nog altijd een tafelspringer zou willen zijn. En met tafelspringers alleen maak je trouwens geen Humo. Bovendien, af en toe moet zelfs een Guy Mortier toch eens met een gerust hart op vakantie kunnen gaan, zeker…”
Een kleine maand later kwam het antwoord…

Op 29 juli 1998 schreef ik een brief aan Chantal Permentier van CPM (Consultants in Personnel Management), dat optreedt in naam van Mediaxis, als antwoord hierop:
“In antwoord op uw brief van 16 juli jl. kan ik u melden dat ik inderdaad mijn kandidatuur zou willen stellen voor een ander blad uit de Mediaxis-groep, meer bepaald “Feeling”.
De reden dat het enige tijd heeft geduurd voor ik heb geantwoord, heeft trouwens te maken met het feit dat het niet voor de hand ligt om als man te solliciteren bij een vrouwenblad.
Ik heb daarom eerst vooral mijn aandacht gericht op “TV-Express”, maar alhoewel dit blad zeker een imago-probleem heeft (meer bepaald wat de profilering ten aanzien van “Humo” betreft), kon ik met geen pasklaar voorstel voor de dag komen, vandaar dat ik toch eens heb nagegaan of ik mezelf binnen een vrouwenblad zou kunnen situeren. En jawel, binnen “Feeling” zou dit (in tegenstelling tot b.v. “Flair”) wel gaan. Want inderdaad, eens men de vooroordelen opzij zet, denk ik wel een bijdrage te kunnen leveren aan de uitbouw van een blad dat zich volgens mij zou moeten richten tot wat men wel eens “de nieuwe feministen” noemt.
Deze zelfbewuste, vrijgevochten, onafhankelijke vrouwen hebben de defensieve aanpak van het oorspronkelijke feminisme achter zich gelaten. De man is niet langer een vijand maar een partner.
Sociaal gezien is er (helaas) nog altijd geen sprake van een volledige gelijkwaardigheid, maar de nieuwe evenwichtige verhouding tussen de geslachten is precies dààr reeds het best gerealiseerd, waar het blad een rol heeft te spelen, namelijk in de privé-sfeer, in het relationele aspect en in het “culturele” leven in het algemeen.
Dat uit zich met name in de houding tegenover lichaamscultuur (lichaamsverzorging, schoonheidsproducten, lingerie…), die niet langer moet beantwoorden aan een passief opgedrongen schoonheidsideaal, maar als het ware in het kader van een actieve strategie wordt geïntegreerd.
Buiten de geëigende rubrieken kan dit aan bod komen in interviews zowel met sterke, interessante, verstandige vrouwen als met mannen, die deze uitdaging willen aangaan. Daarbij zie ik me wel een rol spelen, naast de functie van eindredacteur, waarmee het allemaal begonnen is en die bij mij nog steeds voorop staat.”
Voor zover ik me kan herinneren is hierop nooit een antwoord gekomen. Ik heb alleszins nooit voor “Feeling” gewerkt…
Ronny De Schepper
(*) Het grote voorbeeld voor Guy, dus dat was niet toevallig…