Op zondagnamiddag proberen we een voorstelling in Covent Garden mee te pikken, maar dat lukt uiteraard niet. En ook Sarastro is weer volzet. Toch is het geen maat voor niets. Er is vanalles te doen op de pleinen rond de opera en het weer is zoals gezegd weer fantastisch (foto Diliff).

Covent Garden is een wijk in het Londense bestuurlijke gebied City of Westminster, in de regio Groot-Londen. Hier wordt ook het winkel- en entertainmentgebied Covent Garden Market vaak mee in verband gebracht, wat vlak bij de ingang van het Royal Opera House ligt. Het huidige theater uit 1857 is het derde op deze locatie.
Het eerste theater op deze plek opende in 1732. Dit Theatre Royal werd gebouwd in opdracht van de acteur-theaterdirecteur John Rich die in de jaren daarvoor veel geld had verdiend met The Beggar’s Opera van John Gay. Het gebouw, naar een ontwerp van Edward Shepherd, verrees op het terrein van een voormalige kloostertuin (convent garden). Op het terrein bevond zich tevens een groenten- en fruitmarkt, die tot 1972 bleef bestaan. De openingsvoorstelling op 7 december 1732, waarbij John Rich door het gezelschap het theater werd ingedragen, was William Congreves toneelstuk The Way of the World. Samen met het Theatre Royal in Drury Lane was dit een eeuw lang het enige theater in Londen voor toneel. Daarnaast vonden er incidenteel ballet- en operavoorstellingen plaats. Bij een grote brand op 20 september 1808 werd het kort tevoren nog uitgebreide theater verwoest, waarbij onder andere Händels orgel, dat hij aan John Rich cadeau had gedaan, verloren ging.
De bouw van het tweede theater, naar een ontwerp van Robert Smirke, begon nog hetzelfde jaar. Het nieuwe theater opende op 18 september 1809 met Macbeth. Om de kosten te dekken verhoogde de acteur en theaterdirecteur John Philip Kemble de toegangsprijzen, wat maandenlang tot relletjes leidde (Old Price Riots) en uiteindelijk het terugdraaien van de maatregel tot gevolg had. Ook dit theater presenteerde opera en ballet, maar niet exclusief. De clown Joseph Grimaldi populariseerde er het genre van de pantomime. Een nieuwe wet, de Theatres Act 1843, verbrak het monopolie dat de twee royal theatres tot dan toe hadden op het presenteren van gesproken theater. Vanaf 1847 werd het theater het voornaamste operahuis in Londen, nadat de dirigent Michael Costa, na een conflict met het management van Her Majesty’s Theatre, met een groot deel van het operagezelschap ‘overliep’ naar het Theatre Royal. Na een verbouwing van het auditorium opende de Royal Italian Opera op 6 april 1847 met een uitvoering van Rossini’s Semiramide. Alle opera’s, ook de Frans- of Duitstalige, werden in het Italiaans opgevoerd. Op 5 maart 1856 brandde ook dit gebouw af.
Het huidige gebouw kwam in 1857-’58 tot stand naar plannen van architect Edward Middleton Barry en opende met Les Huguenots van Meyerbeer. Enkele maanden later verhuisde de Royal English Opera van het Theatre Royal naar de Royal Italian Opera in Covent Garden. Vanaf 1892 staat het theater bekend als het Royal Opera House (ROH). Hierna maakte het Italiaans geleidelijk plaats voor de oorspronkelijke talen. In de jaren dertig was de bekende dirigent Thomas Beecham enige tijd artistiek leider van het ROH. Tijdens de Tweede Wereldoorlog fungeerde het gebouw als danszaal. Na de oorlog verhuisde het Vic-Wells Ballet van Sadler’s Wells Theatre naar Covent Garden. Ter zelfde tijd werd een vast operagezelschap gevormd, de Covent Garden Opera Company, die op 14 january 1947 zijn eerste productie presenteerde, Bizets Carmen.
Begin jaren tachtig werd het gebouw aan de achterkant uitgebreid met een nieuwe vleugel, waarin opera- en balletstudio’s, een koorrepetitieruimte en kantoren werden gevestigd. Een andere, zeer ingrijpende verbouwing vond plaats van 1997-’99, waarbij meer dan de helft van het complex werd herbouwd (kosten: £ 213 miljoen). De oude zaal bleef intact, maar alle technische installaties werden vernieuwd. Bij de verbouwing werd ook een nieuwe studiozaal gerealiseerd met 400 zitplaatsen, het Linbury Studio Theatre, en werd de naastgelegen serrehal, ooit de bloemenhal van Covent Garden Market, heringericht als theater-, concert- en publieksruimte (Paul Hamlyn Hall of, informeel, Floral Hall). [Wikipedia]
foto

Ook nog vlug even in herinnering brengen wat Sarastro (bovenstaande foto) nu ook alweer was: het Sarastro restaurant in Drury Lane is vlakbij het operagebouw van Covent Garden en de ondertitel is dan ook “the show after the show”. Volgens onze gastheer Tony is het een apart mengsel van operazangers die er gratis optreden en wat meer pikant amusement. “The atmosphere of an oldfashioned classy brothel,” vat hij samen.
Om Tony en Julie te bedanken voor de rondrit en de barbecue nodigen we hen ’s avonds uit om samen iets te gaan eten. Zij kiezen zelf een Italiaans restaurantje in de buurt uit, waar ze alweer kind aan huis zijn (het zijn Bourgondiërs, zoals alle goede journalisten) en dat het inderdaad gezellig toeven blijkt, kan men vaststellen op de foto waarmee we deze reportage begonnen.

Ronny De Schepper

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.