Ik heb elders al uitgelegd dat mijn aanwezigheid op De Rode Vaan niet altijd op prijs werd gesteld door wat men dan “de basis” of “de militanten” noemde. Om zoveel mogelijk kritiek te ondervangen moest ik af en toe dan ook eens een “politiek” artikel schrijven. En dit was het allereerste. Alhoewel. Was het wel van mij? Als auteur staat er immers Romy De Schepper…

Als je in een dorp woont of gewoond hebt, dan herinner je je vast nog de gewoonte van sommige mensen om met bepaalde landbouwers een afspraak te maken over de verkoop van hun nog te poten aardappelen. De poter wist dan al bij voorbaat dat zijn product een afzetmarkt zou vinden en de dorpeling had (en at) zijn patatjes tegen een heel wat zachter prijsje dan de bintjes bij de kruidenier op de hoek of in de supermarkt. De uitdrukking « patatten van den boer » was dan ook heel gewoon toen ik nog een klein jongske was. Zijn de boeren ondertussen verdwenen, zijn de winters harder geworden, of ben ik gewoon verhuisd ? Ik weet het niet, feit is dat ik de indruk had dat deze gewoonte, er stilaan is uitgegaan.
Ook de Baaigemse boeren willen deze gewoonte nieuw leven inblazen. Zij bleven evenwel niet bij de patatten zitten en togen in actie. Met een zakje aardappelen onder de arm klopten zij aan bij de diverse partijen in Vlaanderen die een rol spelen op het politieke front. Zo werden zij bij de KGB ontvangen door Louis Van Geyt en Jef Turf. De beide partijleiders luisterden met belangstelling en verklaarden aan de actie de nodige ruchtbaarheid te zullen geven.
Ook Rika De Backer kreeg de boeren over de vloer. Zij wilde meteen echter ook melk, eieren, boter en brood. De Baaigemnaars wezen er haar echter op dat dit belet wordt door de strenge reglementering.
OOST-VLAAMSE BOERENDAG
Daarvoor reeds, om precies te zijn op 25 maart jl., had de boerenactie van Baaigem een “Oost-Vlaamse Boerendag” bijeengeroepen met verscheiden sprekers over uiteenlopende problemen van het boerenbedrijf.
Zo gooide landbouwer Charel Niemegeers het opvolgingsprobleem op tafel. Zoals iedereen weet, verkeert de boerenstiel in een crisis o.m. omdat de aloude traditie dat een bedrijf van vader op zoon overgaat, als zovele tradities, is teloorgegaan. Was het in de jaren zestig te wijten aan een zeker misprijzen tegenover het beroep van landbouwer en aan de goede verdiensten die de boerenzonen konden binnenrijven in de fabrieken van de « golden sixties », dan is dit nu in deze crisisjaren zeker niet meer het geval. In het kader van een algemene “terug naar de natuur”-beweging (cfr. het TV-feuilleton « Op een goeie wei ») en ook uit een soort self-relying reflex (zelf in zijn levensonderhoud voorzien) is er wel degelijk opnieuw belangstelling voor de stiel.
Toch moeten vele boeren hun hoeven nog aan snobs verkopen, die er dan « fermettes » van maken met aanpalende manège. Hoe valt dat nu te rijmen ? Wel, het kind dat het bedrijf overneemt, kan onmogelijk het erfdeel uitbetalen aan de andere kinderen, tenzij de opvolger-boer zijn leven lang onder een zware schuldenlast wil blijven gebogen gaan.
Daarbij komt nog dat het inkomen op de kleine gemengde bedrijven totaal onvoldoende is door de stijgende kostprijzen, terwijl de verkoopprijzen van landbouwproducten niet aan de index aangepast worden. Integendeel ! De prijs van de tarwe daalt b.v. voortdurend, terwijl de broodprijs geregeld verhoogt. En op steun van de overheid hoeven kleine bedrijven ook al bijna niet te rekenen !
HOEVEPRODUCTEN RECHTSTREEKS AAN VERBRUIKER
Om het onverantwoord grote prijsverschil dat aldus ontstaat in de verschillende stadia die liggen tussen boer en verbruiker tegen te gaan, stelde landbouwer Joël Eeckhout voor om de aardappelen rechtstreeks aan de verbruiker te verkopen op de hoeve. Andere producten zullen in overweging worden genomen, indien dit experiment slaagt.
En dat zit erin ! Van heinde en verre komen mensen uit solidariteit of uit profijt (wie kan hen wat verwijten ?) naar Baaigem om met één zakje of personenwagens vol patatten weer te keren. Dit wil niet zeggen dat de boer nu handelaar gaat worden. Het is altijd zo geweest dat de boer een producent is die voedingsproducten voortbrengt, en zijn eigen producten op zijn hoeve mag verkopen (hoe kan het anders ?) aan wie hij wil. Dit is geen rol van tussenpersoon, voortverkoper, of met andere woorden : handelaar… De boer moet dus ook geen handelsregister hebben…
Kleinschaligheid is méér dan een modewoord. De Baaigemse boeren gaan het daadwerkelijk proberen om kleinschalige landbouw — die door geleerde specialisten en door vooruitgangsprofeten van de moderne landbouw al jarenlang is afgeschreven — op een menswaardige manier te laten overleven. De Baaigemse bevolking doet een beroep op alle beleidsmensen om hen te steunen bij dit kleinschalige project. Woorden wekken, voorbeelden trekken !

Referentie
Romy De Schepper, In Baaigem weet men waar Abraham zijn patatten haalt, De Rode Vaan, 30 maart 1978

baaigem

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.