Het is ook al 35 jaar geleden dat reggae-muzikant Peter Tosh werd vermoord bij zijn eigen huis toen hij weigerde geld te geven aan drie mannen:

“I was walkin’ down the street
Concentratin’ on truckin’ right
I heard a dark voice beside of me
And I looked ‘round in a state of fright
I saw three faces, one mad, a brother from the gutter
They looked me up and down a bit and turned to each other
Well, he looked down on my silver chain
He said: I’ll give you one dollar
I said: You’ve got to be jokin, man
It was a present from me mother
He said: I like it, I want it, I’ll take it off your hands
And you’ll be sorry you crossed me
You better understand that you’re alone…”
(10 CC, Dreadlock Holiday)

Peter Tosh, eigenlijk Winston Hubert McIntosh, was een invloedrijk Jamaicaans reggae-muzikant. Hij groeide op in Kingston (Jamaica) en begon op jonge leeftijd te zingen en gitaar te spelen. In de vroege jaren zestig ontmoette hij Bob Marley en Bunny Livingston. Hij leerde Marley gitaar spelen. In 1962 was hij de drijvende kracht achter de oprichting van de The Wailing Wailers met Junior Braithwaite en achtergrondzangeressen Beverly Kelso en Cherry Smith. The Wailing Wailers hadden een grote ska-hit met hun eerste single “Simmer Down,” en hadden nog een aantal successen voor Braithwaite, Kelso en Smith de groep verlieten in 1965. McIntosh en Bunny werden rastafari’s terwijl Bob Marley in de VS was en toen Marley terugkwam werden ze alle drie erg actief in de Rastafari-beweging. Kort daarna veranderden ze hun naam in “The Wailers”.
Ze verlieten het snelle ska-tempo en namen een trager tempo aan. Ze stopten ook politieke en sociale boodschappen in hun teksten. The Wailers schreven verschillende songs voor de Amerikaanse zanger Johnny Nash. Toen begonnen ze samen te werken met producent Lee Perry en namen enkele van de eerste reggae-hits op, zoals “Soul Rebel,” “Duppy Conqueror” en “Small Axe”. Na de toetreding van bassist Aston Barret en zijn broer, drummer Carlton, in 1970 werden The Wailers Caribische supersterren. Ze tekenden een contract met Island en maakten hun debuutalbum Catch a Fire in 1972, het jaar daarna gevolgd door Burnin’.
In 1974 verliet McIntosh The Wailers. Hij maakte zelf opnamen onder de naam Peter Tosh en bracht in 1976 zijn solodebuut Legalize It uit. Het titelnummer werd al snel een strijdlied voor de marihuanabeweging en het werd veel gevraagd op zijn concerten. Tosh werd door zijn militante aanpak ook een doelwit voor de Jamaicaanse politie. In 1977 kwam Equal Rights uit. Zijn tekst “I don’t want no peace, I want equal rights and justice!” zou een strijdkreet worden.
Bush Doctor (1978), Mystic Man (1979) en Wanted: Dread or Alive volgden. De elpee “Wanted dread of alive” bevat geen uitschieters en draait op een constant flauw niveau voor de op zichzelf reeds eentonige reggae-muziek. Om daaraan te ontsnappen lepelt Tosh ons op het einde een soort easy-listening nummer op. Uiteraard zonder resultaat. Ook een trage versie van Chuck Berry’s “Johnny B.Goode” is niet veel soeps. En zeggen dat de muzikanten van de elpee “Nightclubbing” van Grace Jones hierop meespelen!
Nadat in 1983 Mama Africa uitgebracht werd, ging Tosh vrijwillig in ballingschap. Hij keerde terug in 1987 met het album No Nuclear War , maar kort nadien werd hij dus vermoord. (Wikipedia)

Ronny De Schepper

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.