Vijftig jaar geleden ging in een duister zaaltje in New York City de pornofilm “Deep throat” van Gerard Damiano (1928-2008) met Linda Lovelace en Harry Reems in première. De echte revolutie die deze film veroorzaakte kwam er echter pas enkele weken later toen de film een ruime distributie kreeg, nadat de New York Times er een artikel aan had gewijd onder de titel “Porno chic”.

Fenton Bailey (de maker van de documentaire “Inside Deep Throat” uit 2005) in Humo van 30/10/2007: “Het succes had vooral met timing te maken. De film kwam uit in ’72, toen de porno-industrie nog volledig in de underground zat. Mensen durfden nauwelijks openlijk over seks te praten. Maar ‘Deep Throat’ was zogezegd een komedie, en dus was het oké om ernaar te gaan kijken.”
Veel belangrijker lijkt me dat in het proces dat erop volgde, vrouwelijke seksualiteit in het middelpunt van de belangstelling komt te staan. Zoals men weet is de “clou” van “Deep Throat” dat de clitoris van Lovelace zich in haar keel bevindt. Zij ondervindt dus maar echt seksueel genot bij het pijpen. Erica Jong wijst er terecht op dat dit een pure mannenfantasie is: mannen worden graag gepijpt, dus het zou leuk zijn, mocht de clitoris inderdààd in de keel van de vrouw zitten, dan had zij er ook wat aan en zou ze het dus meer doen.
Anderzijds kwam precies door dit gegeven de nadruk tijdens het proces te liggen op de discussie over een clitoraal orgasme tegenover een vaginaal orgasme (*). Typisch voor die tijd was trouwens dat specialisten terzake aan de rechter dienden uit te leggen, wat nu juist het verschil tussen die twee was. Van een clitoraal orgasme had die brave mens nog nooit gehoord en men mag aannemen dat ook vele vrouwen in dat geval verkeerden. Op zijn minst heeft de film dus op dat vlak alvast zijn nut bewezen.
Het proces concentreerde zich merkwaardig genoeg op de mannelijke hoofdfiguur, Harry Reems. Hij werd oorspronkelijk tot vijf jaar cel veroordeeld, maar vooraleer het zo ver was, kwam de Nixon-administratie zelf ten val en dan nog wel door… Deep Throat, zoals de geheime informant in de Watergate-affaire werd genoemd.
Toen hij in beroep werd vrijgesproken, vestigde hij zich in Hollywood omdat hij dacht nu als een “echte” acteur aan de bak te kunnen komen. En, jawel, Paramount (waarvan wordt gezegd dat in hun studio’s ook porno wordt gedraaid, by the way) wou hem de rol van coach aanbieden in “Grease”. Toen dat uiteindelijk toch niet doorging, ging Reems aan de drank en de drugs. Daar raakte-ie vanaf doordat hij op een dag het Licht heeft gezien.
Net als Linda Lovelace (1949-2002) trouwens, die de makers van “Deep Throat” voor de rechter wou slepen, ze beweerde namelijk dat ze de film onder dwang had gemaakt of om het in haar eigen woorden te zeggen: “Iedere keer dat de film vertoond wordt, zie je mij verkracht worden.” Ze werd hierbij verdedigd door Catharine MacKinnon, een feministe van de oude school, die net als Andrea Dworkin porno verboden wil zien. Toen de feministische golf tegen porno ging liggen, ging Linda opnieuw naakt poseren tot ze om het leven kwam bij een auto-ongeluk.
Men mag aannemen dat het Linda Lovelace vooral om het geld te doen was. De film werd destijds immers voor 22.000 dollar in zes dagen tijd opgenomen en bracht niet minder dan 600 miljoen dollar op. Dit geld verdween in allerlei zakken (sommigen beweren: van de maffia) maar zeker niet in die van de acteurs. Vandaar de terechte frustratie van dezen uiteraard.
Minder bekend, maar niet minder baanbrekend is een andere pornofilm uit hetzelfde jaar als “Deep Throat”, namelijk “Behind the green door”, waarin Marilyn Chambers (1953-2009) als eerste pornoactrice het bed (en dus ook het scherm) deelt met een zwarte “acteur”. Een blanke man die het deed met een zwarte vrouw, dat was reeds eerder voorgekomen (ik meen me zelfs te herinneren dat een dergelijke scène ook in “Deep Throat” zat), maar het omgekeerde was blijkbaar zelfs in de pornowereld nog ondenkbaar. Marilyn Chambers werd daardoor zo beroemd dat in 1975 er zelfs een film naar haar werd genoemd. De titel was (niet onterecht) “Inside Marilyn Chambers”.
Alleszins, vanaf dat moment was er geen houden meer aan. In 1974 was er in New York zelfs een Festival van de Erotische Film met in de jury o.m. Milos Forman, Andy Warhol, Gore Vidal en Xaviera Hollander. Rond die tijd draaide de bekende cineast François Reichenbach (1921-1993) “Sex o’clock USA” (met muziek van Mort Shuman). Hij plaatst aan begin en einde interviewflarden met enige wegens verkrachting veroordeelde jonge mannen en laat daartussen een groot aantal toestanden en toestellen zien die echter noch specifiek Amerikaans zijn, noch iets zeggen over de oorzaken of gevolgen van de “seksuele revolutie” in de Verenigde Staten. “Sex o’clock” werd door Reichenbach, die reeds een oscar had gekregen voor een portret van Arthur Rubinstein, een Gouden Beer voor een portret van Orson Welles en reeds eerder over Amerika documentaires had gemaakt (zoals “Passion mexicaine”), opgenomen tijdens een rondreis ter gelegenheid van de bicentennial (1977).
In meestal elegant verzorgde beelden, ook in half duistere seks-cabarets, duidelijk gefotografeerd, vaak voortgestuwd door opgewonden door pulserende muziek vertoont hij “pris sur le vif” masochisten onder de zweep, seks op bestelling, seksshows en martelshows, travestieten, een eigentijdse slavenmarkt die door de politie wordt opgerold op de grond van de anti-slavenwet van 1865, opnamen voor een pornofilm en een hijg-grammofoonplaat, fabrikage en marketing van seksartikelen en masturbatieartikelen, en de verkoop van afgietsels van vagina’s als erotische kunst in Greenwich Village.
DE GROTE SAMENZWERING
Toen werd het de editorialist van het weekblad “De Post” te machtig en hij schreef een artikel waarin er een verband werd gelegd tussen de linkse beweging en de snelle toename van erotiek in de filmindustrie: “In Warschau en Belgrado, om maar te zwijgen van Moskou en Peking, heersen puriteinse wetten en politieverordeningen. Met moraal heeft dat weinig te maken, wel met het doodnuchtere inzicht dat je met een seksueel-verloederd volk en een erotisch-afgepeigerde jeugd sociaal, economisch, militair en politiek naar de verdommenis gaat… In het Westen weten we dat ook wel – maar wie het daar waagt er iets tegen te doen, krijgt de hele progressieve meute op zijn nek, en wordt als reactionair en fascist gebrandmerkt, verdacht gemaakt, aan de spot prijsgegeven en de mond gesnoerd. Er zit te veel systeem in, het is allemaal te goed georchestreerd om louter toeval te kunnen zijn…”
Maar goed, er werden ook zogenaamd “ernstige” werken geschreven over “de pornografie, gehoorzamend aan de wet van het profijt, fungerend als bron van inkomsten en handelsobject. (…) Zij is gedoemd inferieure kwaliteit te leveren. Om de winstgevendheid op te voeren moet het grootst mogelijke aantal consumenten worden bereikt, moet er dus worden gezocht naar de grofste gemene deler terwijl tegelijk de productiekosten worden gedrukt: vandaar die eentonigheid, het gebrek aan toewijding, het volledig ontbreken van talent en vakmanschap waardoor de pornografie wordt gekenmerkt. Vandaar dat de vertoning die de samenleving van haar eigen seksualiteit op touw zet, zo middelmatig van kwaliteit is, wat, zo mag je verwachten, zijn weerslag heeft op de seksualiteit in de eigenlijke praktijk.” (Hans & Lapouge, p.15)
Catherine Millet, die zich pas vele jaren later zou “outen” met haar fameuze “Vie sexuelle de Catherine M.”, besteedde het volledige januari-februari nummer van 1976 van “haar” deftige tijdschrift Art Press International aan de “pornogolf”. Haar argumentatie: “Pornografie? Ik vind dat meer iets vrolijks, meer iets vermakelijks, zoals alles wat een opening maakt. Een geslachtsdeel in close-up, dat is nog nooit vertoond, ik vind dat wel goed: beelden waren altijd verboden, ze worden nu zichtbaar.
Daarom hebben we een nummer van Art Press International, een kunsttijdschrift, aan de porno gewijd. Op het gebied van de avant-garde gebeurt er op het ogenblik niet veel nieuws — niets provocerends in de schilderkunst bijvoorbeeld, en de kunst laat zich niet genoeg gelegen liggen aan wat er op straat aan de hand is, aan al die afbeeldingen om ons heen. Nu is het zo dat telkens wanneer zich een doorbraak, een scheuring heeft voorgedaan in de kunst, de oorzaak lag in beelden uit een nieuw werelddeel waardoor men zich liet overspoelen — de negerkunst, de oosterse kunst, bijvoorbeeld, hebben revoluties teweeggebracht in de westerse kunst. Voor ons vormen de pornografische afbeeldingen die in onze maatschappij circuleren ook een nieuw werelddeel. Wij hebben, daarnaar willen kijken, al was het maar om oude gewoonten omver te gooien.
De opkomst van de pornografie lijkt me een positief element: wij worden gebombardeerd met visuele aanvallen die de seks ter discussie stellen, dat is een manier om zich in zijn eigen seksualiteit te verdiepen. En die afbeeldingen vallen ons in zo’n overweldigende hoeveelheid op ons dak, met zoveel geweld, dat het provocerende of openbrekende elementen zijn op andere gebieden, dat ze beweging brengen op andere terreinen dan alleen dat van de seksualiteit.
Dat deze films, deze plaatjes, niet altijd van grote kwaliteit zijn is een ding dat zeker is. Maar dat houdt niet in dat ze geen gevolgen hebben. Deze films zijn modern voorzover iedere psychologie, ieder drama uitgebannen zijn: er is een nieuw type beelden geschapen. Het is fascinerend om oude erotische afbeeldingen of schuine prenten te vergelijken met die van de porno. Vroeger had je een conventionele bladindeling. Vandaag viert de close-up hoogtij — een geslachtsdeel, twee geslachtsdelen, als om te zien te geven wat nooit gezien werd. Er wordt vaak gepraat over de eentonigheid van pornofilms, maar dat komt misschien omdat het register van onze fantasieën zo beperkt is… Wat er gebeurt, is dat de mensen anders gaan kijken. Ik ben mij dat bewust geworden toen we bezig waren met de voorbereiding van dit nummer van Art Prees International: we hebben gewerkt met honderden foto’s, organen, delen van lichamen en ik ontdekte dingen die ik nooit had gezien. De film biedt wat in de werkelijkheid niet echt gezien kan worden: de geslachtsdaad zelf op het moment van zijn voltooiing: dat is een volkomen nieuwe, verwarrende, revolutionaire visie. (…)
Zodra de golf van afwijzende reacties (iets volkomen natuurlijks, laat men zich niets verbeelden) is weggeëbd, wanneer men opnieuw zijn pornoweekblad in de eerste de beste kiosk zal kopen, wanneer de porno opnieuw een filmgenre te midden van andere is geworden, wanneer wij er tot onze oren in zullen zitten zoals ook het geval is met de tv en verkiezingscampagnes, wat zullen wij dan een geweldige bewustwording meemaken! Herinner u wat er in ’68 allemaal aan stakingen en barricaden, toespraken en straatstenen nodig was voordat men begon in te zien dat alles politiek was. De voort durend in omvang toenemende, verboden en almaar groeiende porno zal de mensen doen vermoeden dat alles seksualiteit is.”
(Hans & Lapouge, p.316-317)
SALONFÄHIG
Hoe dan ook, porno was “Salonfähig” geworden en daarom kregen we ook in de gewone bioscopen “La Grande Bouffe” van Marco Ferreri te zien of “Last tango in Paris” van Bernardo Bertolucci, “Turks Fruit” van Paul Verhoeven, “Les valseuses” van Bertrand Blier, “Les contes immoraux” van Walerian Borowczyk, “Il Decamerone”, “The Canterbury Tales”, “1001 notte” en “Salo” van Pier Paolo Pasolini, “Emmanuelle”, “Madame Claude” en “Histoire d’O” van Just Jaeckin, “Bilitis” van David Hamilton, “Emilienne” van Guy Casaril, “Taxi Driver” van Martin Scorsese en “Caligula” van Tinto Brass.
Is deze laatste nu een pornofilm is of niet? Als het een pornofilm zou zijn (de tussengevoegde cum-shots zijn dat alleszins, maar ze werden niet gedraaid door Tinto Brass), dan is het toch wel die met de meest prestigieuze rolverdeling aller tijden (John Gielgud, Malcolm McDowell, Helen Mirren…). Maar persoonlijk heb ik het altijd wat lastig met deze discussie omdat ik de mening bijtreed dat porno steeds “de erotiek van de andere” is. Voor wie helemaal niet neukt, is het tonen van de gewone missionarishouding reeds pornografie en ga zo maar door terwijl je zelf telkens een trapje hoger klimt op de erotische ladder of afdaalt in het verderf, naar gelang van je eigen opinie.

Het strafste vind ik persoonlijk is dat in “Love Actually” (Richard Curtis, 2003), een feelgood movie voor een groot publiek, er ook een liefdesverhaal zit tussen twee pornosterren. Men ziet ze zelfs bezig tijdens hun werk, zij het uiteraard zeer “afstandelijk” gefilmd. Toch, in the version edited and broadcast in the U.S., the entire subplot of John and Just Judy (the characters in the ersatz “porn” movie) was completely edited out. In a 2017 interview published in Empire Magazine, writer and director Richard Curtis recounts that Universal Pictures chairman Stacey Snider told him that this movie would make $50 million less at the box office if he kept all of the nude scenes in. But Curtis felt that as a teenager, he only went to the movies to see some nudity, and he didn’t want to let his younger self down. (Internet Movie Database)
MORAALRIDDERS EN FEMINISTEN: EEN STRIJD!
Nu men op de maan kon wandelen, wist men het wel zeker: de marsmannetjes zouden niet meer komen. Dan maar uitkijken voor de pornomannetjes! Vrij snel kregen de moraalridders de steun van bepaalde feministen. Zo was er b.v. de film “Not a love story” (1981). Het vertrekpunt van deze film is: porno is vernederend ten aanzien van vrouwen, hangt voor een vrijwel uitsluitend mannelijk publiek een beeld op van een seksueel afhankelijke, onderdanige vrouw, die naar believen kan ge- of misbruikt worden, die zich (aan de meest wrede praktijken) onderwerpt, en dat zelf nog plezierig vindt ook. “She is asking for it. She is enjoying it.”
Met al die elementen in het achterhoofd is “Not a love story” gemaakt. Gevolg daarvan is dat je in de film geconfronteerd wordt met een haast grenzeloze differentiatie in de pornografische afbeeldingen: peep-shows, live-performances, reklame- en tijdschriftfotografie… Sommige critici verwijten regisseur Bonnie Sherr Klein dat ze alles op een hoop veegt. Dat er dan af en toe nogal wat gegeneraliseerd wordt is onvermijdelijk, maar dat doet niets af van de waarde van de stellingname.
De film begint met een terreinverkenning, die de industriële schaal van de porno-business moet aantonen. We hebben niet meer te maken met het marginaal verschijnsel van vieze oude mannetjes in een obscuur derderangszaaltje. Zoals alles in de Amerikaanse massamedia heeft pornografie zijn prijs. Het is uitgegroeid tot een 4 miljard dollar-industrie ten tijde van het draaien van de film.
Van bij het begin van de film introduceert Bonnie Sherr Klein de stripper Linda Lee Tracey in haar reis door pornoland. Linda verdient niet slecht met haar komisch nummer, geniet van haar succes, ziet het allemaal zo boos niet in, maar is bereid Bonnie’s visie (tijdelijk?) in overweging te nemen. Dat verleent de film een grote geloofwaardigheid voor een buitenstaanderspubliek. Het zijn niet de lelijke vrouwen die het allemaal eens gaan afbreken omdat ze jaloers zijn. Linda werkt mee aan interviews met zaaluitbaaters, feministen, porno-acteurs en maakt zo kennis met heel wat zijtakken van haar beroep die ze niet eens kende, en waar de uitbuiting van ‘vrouwenvlees’ heel wat krassere vormen aanneemt.
Haar standpunt evolueert. De kritiek kan gemaakt worden dat de film hierdoor baadt in een sfeer van “een morele parabel van de verloren schaapjes die moeten teruggevorderd worden van de Grote Boze Wolf” (Susan Barrowclough. Not a love story. S.B. Examines the film and its assumptions in Screen vol.23 nr. 5, p. 26-36) en dat is voor een stuk ook zo. Er zijn massa’s vrouwen die in de pornografie (net als in de prostitutie) een soms flink belegde boterham verdienen, en ze voelen zich zeker niet allemaal ‘slachtoffers’. Een van de bedoelingen van “Not a Love Story” is solidariteit onder vrouwen in verband met feministisch-bevrijdende stellingnames t.a.v. porno te stimuleren. Zelfs als Linda’s tranerige bekering wrevel opwekt.
Een laatste kritiek op “Not a love story” behelst het vertoonde: er komen heel wat pornobeelden in voor, als illustratiemateriaal. “Het probleem is dat de film pornografie ‘toont’ om aan te tonen hoe pornografie een illustratie is van seksisme. Dit is problematisch omdat het de mogelijkheid openlaat dat ‘Not a love story’ verkocht wordt omwille van z’n pornografische inhoud en dat er op een pornografische manier reklame voor gemaakt wordt. Het is te verwachten dat een vrouwelijk publiek er zich niet zo gemakkelijk bij zal voelen.”
En toch maakte Bonnie Sheer Klein een strategisch voorzichtige film: informeren en solidariteit kweken, geen eis tot censuur, geen gooi- en smijtacties, maar, een beetje bedroefd soms, stellen: zo staan de zaken ervoor, wij vrouwen voelen ons er niet zo best bij, we moeten er wat aan doen. Maar Peter Vermeersch komt in “Het Slijk der Zinnen” (uitgeverij Kritak, 1987) tot het besluit: “Porno kan dan stom zijn en vrouw-onvriendelijk, porno is voor en boven alles onschadelijk! Geen enkel wetenschappelijk onderzoek, dat de centen waard is die erin geïnvesteerd werden, heeft kunnen aantonen dat pornografieconsumptie tot enige mate van sociaal onwenselijk gedrag leidt.”
In “Marxism Today” van november 1988 trekken Caroline Harris en Jennifer Moore dit in twijfel (zij citeren parlementslid Clare Short die verkrachters had geïnterviewd die haar zouden hebben toevertrouwd dat het de onschuldige “page three girls” waren die hen tot die verkrachting hadden geïnspireerd), maar anderzijds zijn zij het precies die aangeven dat er een heel nieuwe tendens in de porno-industrie is ontstaan, die zich meer op vrouwen richt. Aangezien zij het in de eerste plaats over videofilms hebben, stellen zij vast dat tien à twintig procent van de gekochte en verhuurde porno-video’s in de Verenigde Staten reeds op rekening van vrouwen komen. Volgens hen zouden die films juist “romantischer” zijn en dan wel in de zin van verhaaltjes uit de Boeketreeks e.d.: de verpleegster die met de dokter uit de kleren gaat, kortom!
VAN PORNO NAAR HOLLYWOOD?
Dat kon toch ook niet de bedoeling zijn. Daarom begonnen vrouwen zich af te vragen: kan men ook een positieve bijdrage leveren aan afbeelding van het seksuele, vrouwelijk, niet-seksistisch?
Het antwoord hierop kwam in het begin van 1994 toen in de Antwerpse bioscoop Eldorado de filmreeks “Stoute meisjes” liet zien. “Vrouwen hebben zich steeds verscholen achter sprookjesfiguren als Assepoester of Sneeuwwitje”, schreef samenstelster Nelly Voorhuis. “Steeds vaker wordt deze beschutte positie verlaten en tonen vrouwen zich op een meer uitdagende wijze. Steeds vaker wagen vrouwen zich met elan op het domein dat voornamelijk door mannen beheerst werd.” Nelly Voorhuis selecteerde voor deze reeks dan ook een aantal films waarin vrouwen zich vrijmoedig tonen als verleidster die vrij spel geeft aan haar erotische verlangens, als vampier of travestiet, als bendeleidster of wraakgodin.
Kortom, het is verheugend vast te stellen dat de vrouwenbeweging uiteindelijk niet is doorgegaan op het pad dat ze in de jaren tachtig met Kate Millet e.a. was ingeslagen. Er is nu meer aandacht voor de mogelijke verwarring tussen de afbeelding en de seksuele praktijk. Het niveau van het imaginaire, de fantasieën en hun concretisering in beeldmateriaal.
Veel belangrijker lijkt me dus te wijzen op het gevaar van de mythe dat “acteren” in pornofilms een aanzet kan vormen voor een “echte” carrière. Ook Woody Allen doet dit heel expliciet in “Mighty Aphrodite”. Als het hoertje Linda Ash (gespeeld door oscarwinnares Mira Sorvino) op een bepaald moment gefilmd wordt “in actie”, denkt ze dat een filmcarrière (als Judy Cum) voor haar open ligt. Allen: “Denk je echt dat gefilmd worden tijdens het neuken je aan een rol in een musical zal helpen?”
In 1979-80 verschenen weliswaar zowel de softporno-film “Patricia, un voyage pour l’amour” van Herbert Frank met Anne Parillaud (de latere mevrouw Luc Besson, die met “Nikita” voor haar doorbraak heeft gezorgd), “A certain sacrifice” met Madonna en “Sizzling Beaches USA” en “Shadows run black”, twee “Tits & Ass”-movies waarin Kevin Costner debuteerde, en “How long can I do it before I need glasses?” met Robin Williams, maar dit is geen “échte”, harde porno.
Er doen weliswaar tal van verhalen de ronde over grote vedetten die zouden gedebuteerd zijn in pornofilms. Begin 1997 werd er in Spanje een filmpje van zeven minuten aangeboden, waarin Marilyn Monroe “het” met iemand deed in 1947. Ze was toen 21 en had donker haar. Van Madonna, die haar ooit zou imiteren in het videofilmpje van “Material girl”, bestaat eveneens zo’n filmpje, ook toen ze nog haar eigen haarkleur had. Alleen zijn we dan al een paar jaar verder en doet Madonna het met meerdere tegelijk, inclusief natuurlijk ook met een ander meisje.
Ook van Sylvester Stallone en zelfs van Barbra Streisand zijn er films “met uittreksels” beschikbaar. In het geval van deze laatste is het zelfs zeer harde porno, maar toch lijkt dit eigenaardig, want de reden dat we het van Costner en Williams weten is juist omdat zij er veel geld voor over hadden om hun rol uit die films te laten knippen (bij Williams lukte het, bij Costner niet). Wat dan met Streisand? Een “look-alike”? Alhoewel. Wie wil er nu een “look-alike” zijn van Barbra Streisand? Anderzijds, erg moeilijk om deze truuk uit te halen is het nu ook weer niet, want die filmpjes zijn meestal barslecht opgenomen en eigenlijk kan het eender wie zijn, die daarop ligt te kroelen.
De enigen die de overgang hebben gemaakt, zijn Barbara Steele en Marilyn Chambers, die de respectievelijke hoofdrollen vertolkten in “Shivers” en “Rabid” van David Cronenberg. Niet toevallig betreft het hier “fantastische horrormovies”, want in navolging van de Hammerstudio’s (of zelfs de allerprimitiefste griezelfilms) werd er steeds een nadrukkelijke link gelegd tussen fantastiek en erotiek. Omdat het zich beide voornamelijk “in the mind” afspeelt waarschijnlijk.
Daarnaast is er nog Ginger Lynn Allen, één van de meest bekende pornovedetten, die in de business is geraakt nadat ze Charlie Sheen had leren kennen in “Young guns”. Later was ze ook te zien in andere “normale” films als “Vice Academy”, “Whore” en “Skin deep”, zij het telkens in een klein rolletje als hoertje of stripper. In “Bound and gagged, a love story” is ze dan weer een lesbienne, zij het dat ze zich “bekeert” tot de heterofiele liefde, en in de TV-film “Mind, body and soul” van Rick Sloane is ze het liefje van een satan-aanbidder.
Niet alleen Charlie Sheen of prins Andrew van Engeland kiezen overigens voor pornosterren, in augustus 1994 ruilde ook de 69-jarige Tony Curtis zijn vierde vrouw, Lisa Dentch, voor de 23-jarige pornoster Danyel Cheeks (zoals zo dikwijls in deze branche: what’s in a name?).
Over het Engelse vorstenhuis gesproken, nadat prinses Diana in 1997 om het leven kwam, werden natuurlijk tal van films gedraaid over haar leven. David Puttnam, die samen met haar eveneens omgekomen verloofde Dodi Fayed nog “Chariots of Fire” had geproduceerd, kwam op het idee om de rol van Diana te laten vertolken door Christina Hance, een van de vele Diana-imitatrices. Daar werd nogal geschokt op gereageerd omdat Hance ook al eens had meegewerkt aan een soft-seksfilm, waarin Diana het zogezegd deed met haar toenmalige minnaar James Hewitt. Het filmpje deed vooral stof opwaaien omdat het opzettelijk slecht was opgenomen, zodat het leek alsof het “echt” was. Bovendien had Hance daarvóór ervaring opgedaan in het pornocircuit. Genoeg dus om de Diana-aanbidders in de gordijnen te jagen.

Ronny De Schepper

(*) De stelling van het openbaar ministerie was dat de film uitsluitend de nadruk legde op het clitorale orgasme en dat dit “tegennatuurlijk” was.

(Zeer) selectieve bibliografie
Ronny De Schepper, Seks & geweld, Graffiti, october 1991
Marie-Françoise Hans & Gilles Lapouge, Vrouwen, pornografie & erotiek, Amsterdam, Arbeiderspers, 1979
Olivier Smolders, Eloge de la pornographie, Editions Yellow Now, 1992.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.