Veertig jaar geleden ging in het NTG “Spoken” van Henrik Ibsen in première. De regie was voor het eerst van de Duitser Ulrich Greiff, die later nog vijf keer zou gasteren in het NTG, maar dat is helaas het enige wat ik er nog over weet te vertellen. Wie mij een foto of een rolverdeling zou kunnen bezorgen, zou ik erg dankbaar zijn.

Eerste akte
Regina Engstrand jaagt haar vader, de timmerman, het huis uit, wanneer hij haar tracht te overhalen bij hem in de stad te komen wonen en samen een restaurant voor zeelui te openen.
Pastoor Manders komt met de weduwe mrs.Alving spreken over de plannen van het weeshuis dat zij heeft laten bouwen. Haar zoon Oswald is net terug uit Parijs en Rome en verdedigt zijn opvattingen over de vrije liefde die hij daar in de artistieke middens die hij heeft gefrequenteerd heeft ondervonden.
Wanneer zijn moeder zich aan zijn zijde schaart, verwijt Manders haar (als Oswald weg is) dat zij tekort is geschoten in haar taak als echtgenote en als moeder, want zij heeft haar man eens ontvlucht en haar kind zond ze toen hij pas zeven jaar was al naar vreemden.
Mrs.Alving repliceert dat haar man ook nadat Manders haar weer met hem had verzoend, een brutale dronkaard is gebleven en dat zij haar kind heeft weggezonden, toen hun echtelijke ruzie een hoogtepunt bereikte wanneer kapitein Alving de meid begon lastig te vallen. Zij richt nu dit weeshuis op met zijn geld, omdat zij hem volledig wil vergeten en Oswald volledig van haar afhankelijk wil maken.
Hoogtepunt op het einde van deze akte: mrs.Alving heeft nog maar net gezegd dat ze na de inhuldiging van de gedenksteen voor haar man morgen hem met een gerust gemoed zal kunnen vergeten, wanneer ze in de keuken Regina net dezelfde woorden hoort zeggen als haar vroegere meid, omdat ze door Oswald lastig gevallen wordt. Op de vraag van Manders wat er scheelt, antwoordt mrs.Alving: “Ik hoor spoken!”

Tweede akte
Regina blijkt de dochter te zijn van kapitein Alving en de vroegere meid. Deze huwde daarna met Engstrand – vandaar de insinuaties dat Engstrand Regina zou misbruiken?
Mrs.Alving maakt dit bekend aan Manders en dat wordt daarna door Engstrand bevestigd.
Wanneer deze twee het toneel hebben verlaten, komt Oswald op die zich in de keuken heeft zitten bedrinken. Wenend onthult hij zijn moeder dat een dokter in Parijs hem heeft onderzocht en tot de constatatie is gekomen dat hij een ongeneeslijke kwaal heeft, voortkomend uit de losbandigheden van zijn vader, waarvan hij de fysische nadelen heeft geërfd.
Daar hij echter denkt dat zijn vaders gedrag onbesproken is, schrijft hij de fout zijn schilderscarrière naar de vaantjes te hebben geholpen toe aan zijn eigen gedrag wat hem nog wanhopiger maakt. Hij zegt dat zijn enige redding er nog in kan bestaan samen met Regina het huis te verlaten.
Regina wordt erbij geroepen en deze stemt toe. Manders komt weer binnen en verzet er zich hevig tegen: Regina moet terug naar haar vader. Mrs.Alving verklaart echter dat geen van beide zaken zal geschieden, omdat zij nu openlijk zal spreken. Op het kritieke moment gaat het weeshuis echter in de vlammen op…
Derde akte
Het blijkt dat de brand te wijten is aan de nalatigheid van Manders, die zijn kaars niet goed had uitgedoofd. Hij vreest voor een publieke blaam, maar Engstrand belooft de schuld op zich te nemen, indien het overgebleven geld voor het project, dat nu totaal vernietigd is, naar zijn tehuis voor zeelui gaat. Manders is ten zeerste tevreden met deze regeling.
Wanneer die twee weg zijn, houdt mrs.Alving dan toch haar toespraak tot Regina en Oswald. Zij neemt het zelfverwijt van Oswald weg door hem over zijn vaders losbandigheid te vertellen. Wanneer Regina echter verneemt wat haar eigenlijke toestand is en zij dus nooit met Oswald zal kunnen huwen, besluit zij weg te trekken, desnoods wil ze zelfs bij Engstrand gaan “wonen”.
Als zij vertrokken is, verwijt Oswald aan zijn moeder dat zij zijn laatste troost heeft weggenomen, want datgene waarvoor hij bevreesd is, is niet zozeer zijn ziekte zelf, maar wel de schrik voor een tweede aanval, die – naar de Parijse dokter zegde – de laatste zal zijn. Daarom heeft hij zijn voorzorgen genomen in de vorm van een dosis morfine. Hij eist nu dat zijn moeder, wanneer de aanval er komt, hem deze zal toedienen nu Regina dit niet meer kan doen.
Zijn moeder weigert en tracht hem integendeel de poeders af te namen, aangezien zij hem “het leven heeft gegeven”. Zijn repliek: “Een leven waar ik niet heb om gevraagd en dat trouwens totaal ongelukkig is geweest.”
Zonsopgang. De gemoederen zijn bedaard. Plotseling krijgt Oswald de verwachte crisis. Van alle bestaan vervreemd, blijft hij bij zijn moeder aandringen “om hem de zon te schenken”. Mrs.Alving is radeloos: zal zij hem de morfine geven of niet?
“Spoken” stuitte in Noorwegen op heel wat tegenstand. Het werd dan ook in Chicago gecreëerd in 1882. In 1883 werd het door een reizend gezelschap wel hier en daar in Scandinavië opgevoerd, maar bij het Nationale Toneel van Noorwegen duurde het tot 1900 vooraleer het werd geprogrammeerd!
“Het motief van de erfelijkheid is er bij Ibsen op de eerste plaats om het verleden tegenwoordig te maken.” (Peter Szondi)
“Het Franse “revenants” geeft beter de inhoud van de oorspronkelijke titel “gengangere” weer.” (Alex Bolckmans)

Ronny De Schepper

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.